Nederlands patriciërsgeslacht Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Van Ewijck is een Nederlands geslacht dat voornamelijk bestuurders voortbracht.
De stamreeks begint met Jan Joostensz. van Ewijck die rentmeester was van het Utrechtse Convent van Wittevrouwen en in 1634 overleed. Vele van zijn nakomelingen waren bestuurders van de stad of de provincie Utrecht.
Het geslacht werd in 1913 opgenomen in het genealogische naslagwerk Nederland's Patriciaat.
Jan Joostensz. van Ewijck (†1634), rentmeester van het Utrechtse Convent van Wittevrouwen
mr. Floris van Ewijck (1620-1681), advocaat, secretaris van politie van de Staten van Utrecht
dr. Floris (Johannes) van Ewijck (1674-1704), medisch doctor
Johan Henrick van Ewijck (1696-1782), heer van Oostbroek en De Bilt
mr. Floris Petrus van Ewijck (1737-1813), heer van Oostbroek en De Bilt, raad en schepen van Utrecht
mr. Daniel Jacob van Ewijck (1786-1858), heer van Oostbroek en De Bilt, bestuurder; trouwde in 1820 met Johanna Wijnanda Hermina Ram (1798-1835), lid van de familie Ram en dochter van mr. Philips Ram (1753-1817)
mr. Johan Hendrik Floris van Ewijck, (1821-1885), kantonrechter te Maarssen, heer van Oostbroek en De Bilt
Gerard Eduard van Ewijck (1830-1886), directeur levensverzekeringsmaatschappij, heer van Oostbroek en De Bilt
Daniel Jacob van Ewijck (1862-1928), heer van Oostbroek en De Bilt
Sippo Johan van Ewijck (1902-1979), heer van Oostbroek en De Bilt, droeg het archief van de heerlijkheid Oostbroek c.a. in 1965 over aan het Utrechts Archief, richtte bij testament de Van Ewijckstichting op
mr. Johannes Diederik van Ewijck (1863-1928), kantonrechter
Albertina van Ewijck (1836-1898); trouwde in 1861 met mr. August Adriaan Henry Besier (1827-1905), ambtenaar ter gemeentesecretarie van Utrecht