werk van Spinoza Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Tractatus de intellectus emendatione[1] (Nederlands: Verhandeling over de verbetering (zuivering) van het verstand) is een werk van de Joods-Nederlandse filosoof Benedictus de Spinoza. Hij werkte er zijn hele leven aan en rondde het nooit af. Sommige commentatoren beweren dat het doel van het werk door Spinoza voltooid werd met het schrijven van de Ethica.[2] In de verhandeling zet Spinoza een methode uiteen, om de eenheid van de ziel met de gehele Natuur te begrijpen door duidelijke voorstellingen van onduidelijke te onderscheiden en op de juiste wijze te verbinden.
Ik kom nu tot uw vraag, die als volgt luidt: Bestaat er een of andere methode, of kan er een methode bestaan zodanig, dat wij daarmee bij het overdenken van de meest verheven dingen, zonder te struikelen en zonder tegenzin, steeds verder kunnen gaan? Of is het zo dat onze geest, evenals ons lichaam, onderworpen is aan toevalligheden, en dat onze gedachten meer door geluk dan door wijsheid worden bestuurd? Ik denk dat mijn antwoord op deze vragen bevredigend zal zijn, als ik zal aantonen dat er noodzakelijkerwijs een methode moet bestaan, volgens welke wij onze heldere en duidelijke voorstellingen kunnen besturen en met elkaar verbinden, en dat het verstand niet, zoals het lichaam, aan toevalligheden is onderworpen.
— Spinoza aan Johannes Bouwmeester (1666)[3]
De tekst, voor zover deze compleet is, bestaat uit twee delen. Deel een legt uit dat het bewustzijn naar zijn aard ware voorstellingen kan vormen en geeft aan hoe ware van andere voorstellingen kunnen worden onderscheiden. Deel twee, dat voor de voltooiing afgebroken wordt, onderzoekt wat de krachten en het vermogen van het Verstand zijn. Spinoza onderscheidt twee fundamentele vermogens: het Verstand en de Verbeelding. Het Geheugen wordt ook kort behandeld.
Hoofdstuk | Titel (Latijn) | Vertaalde titel |
---|---|---|
1 I. | De bonis quae homines plerumque appetunt | Goede zaken die men het meest nastreeft |
2 II. | De bono vero et summo | Het ware en hoogste goed |
3 III. | Quaedam vivendi regulae | Een paar levensregels |
4 IV. | De diversis percipiendi modis | Verschillende manieren om iets te kennen |
5 V. | De optimo modo percipiendi | De beste manier om iets te kennen |
6 VI. | De intellectus instrumentis, ideis veris | De middelen van het verstand, ware denkbeelden |
7 VII. | De recta methodo cognoscendi | De juiste methode van kennen |
8 VIII. | Methodi pars prima. De idea ficta | Methoden deel 1. Verzonnen denkbeelden |
9 IX. | De idea falsa | Onware denkbeelden |
10 X. | De idea dubia | Twijfelachtige denkbeelden |
11 XI. | De memoria et oblivione. Conclusio. | Over onthouden en vergeten. Conclusie. |
12 XII. | Methodi pars secunda. De duplici perceptione. | Methoden deel 2 |
13 XIII. | De conditionibus definitionis. | Over de voorwaarden van een definitie. |
14 XIV. | De mediis quibus res aeternas cognoscuntur. | Hoe eeuwige zaken gekend kunnen worden. |
15 XV. | De viribus intellectus eiusque proprietatibus. | Over de krachten van het verstand en zijn eigenschappen. |
Het eerste deel van de verhandeling zet het doel en de voorwaarden van de nieuwe methode uiteen en heeft een autobiografisch karakter. Spinoza wil het hoogste geluk bereiken. Hiervoor vraagt hij zich af wat tot dit hoogste geluk leidt. De gangbare opvattingen hierover wijst hij af: de liefde tot tijdelijke zaken zoals rijkdom, eer en zingenot leiden slechts tot tijdelijk geluk en brengen evenveel nadeel. Daarom wil hij zijn liefde richten op een eeuwig en oneindig goed: het verwerven van de volmaakte begrip van de eeuwige orde en de vaste natuurwetten, ofwel het bewustzijn van de eenheid van de ziel met de hele Natuur, ofwel: de hoogste menselijke volmaaktheid. Dit bewustzijn wil hij voor een ethische gemeenschap realiseren, die alle wetenschappen moeten aanwenden om het hoogste goed te verwerkelijken. Wie meedoet met Spinoza's project moet net als hijzelf zo min mogelijk naar eer, zingenot en rijkdom streven en zo veel mogelijk het verstand van de mensen moeten aanspreken.
Spinoza begint door vier soorten kennis te onderscheiden:
De eerste twee soorten kennis zijn inadequaat (ongeschikt) voor de verwerving van ware kennis: de eerste soort is volstrekt onbetrouwbaar en leert ons niets over het wezen van een zaak en de tweede soort is onzeker en leert ons slechts bijkomstigheden. Een voorbeeld van de derde soort is het afleiden van het gegeven dat de zon groter is dan hij lijkt uit de kennis van de aard van het gezichtsvermogen of het afleiden van een regelmatigheid uit een gegeven axioma. De derde soort is weliswaar zeker en bruikbaar, maar niet het middel tot de gewenste vervolmaking. Hoewel de vierde soort de hoogste en gezochte vorm van kennis is, zegt Spinoza hierover dat er slechts zeer weinig dingen zijn die hij op deze wijze heeft kunnen begrijpen.
Spinoza stelt het doel vast waarop wij al onze gedachten zouden moeten richten, namelijk uitgaande van een gegeven volmaakte voorstelling en een gegeven ware voorstelling volgens bepaalde regels verder zoeken.
Het eerste deel van de methode bestaat eruit ware voorstellingen af te zonderen en de geest te beletten deze te verwarren met de overige voorstellingen. Die laatste bestaan volgens Spinoza uit fictieve, valse en twijfelachtige voorstellingen, ofwel inbeeldingen.
Tot slot behandelt Spinoza nog het geheugen, de vergetelheid en de taal. Het Geheugen is niets anders dan een gewaarwording van indrukken op de hersenen, gekoppeld aan het besef dat deze gewaarwording een bepaalde duur heeft. Deze gewaarwordingen noemen wij herinneringen. Het geheugen kan versterkt worden op twee manieren, namelijk met het Verstand en met de Verbeelding. Hoe begrijpelijker een zaak is, des te gemakkelijker men haar kan onthouden. En hoe intenser onze verbeelding of ons zogenaamde gezond verstand door een stoffelijk lichaam wordt getroffen, des te gemakkelijker men haar kan onthouden. Ook woorden maken deel uit van onze Verbeelding en kunnen tot vele en grove dwalingen leiden. Woorden worden immers gevormd ten gerieve en naar het bevattingsvermogen van de menigte, zodat zij eigenlijk alleen maar tekens zijn voor de dingen zoals die in de Verbeelding bestaan, maar niet zoals zij bestaan volgens het Verstand.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.