Remove ads
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het fregat Sjtandart (Russisch: Штандартъ) is een moderne replica van het eerste schip van de Russische Baltische Vloot van tsaar Peter de Grote dat in 1703 te water werd gelaten nabij Olonets op bevel van commandant Aleksandr Mensjikov. De naam Standart/Sjtandart werd ook gegeven aan de keizerlijke jachten van de tsaren tot de Russische revolutie in 1917. Het keizerlijke jacht van tsaar Nicolaas II uit 1896 was de laatste van deze serie.
Штандартъ (Sjtandart) | ||||
---|---|---|---|---|
bij de Beurs Klassieke Schepen in Enkhuizen 2010 | ||||
Geschiedenis | ||||
Werf | Petrovsky Shipyard (Maritime Education Center of St. Petersburg) | |||
Kiellegging | 4 november 1994 | |||
Tewaterlating | 4 september 1999 | |||
Gedoopt | 30 mei 1998 | |||
Thuishaven | Sint-Petersburg | |||
Eigenaren | ||||
Eigenaar | Shtandart Project of St. Petersburg | |||
Algemene kenmerken | ||||
Type | fregat | |||
Lengte (Loa) | 34,5 m | |||
Breedte | 6,95 m | |||
Diepgang | 2,50 m | |||
Hoogte | 33 m | |||
Voortstuwing en vermogen | 2× Volvo Penta TAMD
420 kW (571 pk) | |||
Vaart | 11 kn | |||
MMSI | 273452840 | |||
Roepletters | UAEM | |||
Bemanning | 40 | |||
Opmerkingen | in gebruik als opleidingsschip | |||
Teken | TS RUS1170 | |||
Website | (en) www.shtandart.ru | |||
|
Op 22 januari 1702, op het hoogtepunt van de Derde Noordse Oorlog, gaf Peter de Grote opdracht tot de bouw van de Sjtandart (Russisch: Штандартъ). Het schip, een fregat met 28 kanonnen, was het eerste onderdeel van de latere Baltische Vloot van Rusland. Die was verantwoordelijk voor het afslaan van de Zweedse zeeaanval op Sint-Petersburg in 1705.
Het origineel is ontworpen door Peter de Grote zelf, na zijn reis naar Nederland en Engeland. Op 23 maart 1703 werd de kiel gelegd op de scheepswerf van Olonets aan de rivier de Svir aan de oostoever van het Ladogameer, oostelijk van St. Petersburg. In augustus 1703 door de Nederlandse meester Vibe Gerense voltooid en vervolgens, met Peter als kapitein, naar St. Petersburg gevaren om gedoopt te worden. Het schip kreeg de naam Sjtandart, naar een nieuwe koninklijke standaard die alle vier de zeeën toont waar Rusland nu toegang toe had.
Het deed dienst in de Derde Noordse Oorlog en was 16 jaar lang het vlaggenschip van de Russische marine. Nadat het in 1719 met pensioen was gegaan, bleef het liggen in het Kronverk-kanaal achter het Petrus en Paul-fort in Sint-Petersburg. In 1728 was het zo vervallen dat de romp bij het optakelen in stukken brak.[1] Tsarina Catharina de Eerste gaf orders om een replica te bouwen, maar die werden toen niet uitgevoerd.
Sint-Petersburg zou in 2003 zijn 300-jarig bestaan vieren. Daarom gaf de leiding van het Hermitage-Museum in 1988 opdracht aan maritiem onderzoeker Viktor Krainukov een expositie-model de construeren van het eerste schip dat gebouwd werd in die tijd, namelijk het vlaggenschip van Peter de Grote: de Sjtandart.
Er waren heel weinig gegevens, maar na uitgebreid onderzoek, maakte Krainukov een set constructietekeningen en het model. Toen Vladimir Martous, drijvende kracht achter het Maritiem Trainingscentrum, in 1992 voor het eerst dat model van het keizerlijke oorlogsschip in het Mensjikovpaleis van de stad zag, beloofde hij haar opnieuw te laten varen. "Op het moment dat ik het zag, werd ik verliefd", zei hij.[2]
In november 1994, 275 jaar nadat het voor de laatste keer had gevaren, kon de feitelijke wederopbouw van de Sjtandart eindelijk van start gaan, dankzij de schenkingen van bedrijven en instellingen en de Petersburgse overheid, die toestond dat hout uit diverse bospercelen kon worden gekapt.
Alleen werkend vanuit dat geleende model en de tekeningen, stelde Martous plannen op voor het opnieuw creëren van de Sjtandart. Met de hulp van onderzoekers, zoals Greg Palmer, scheepshistoricus en Viktor Krainukov, kenner van de Russische scheepsbouwhistorie, werden constructie tekeningen gemaakt.
Hij werkte mee op de Bataviawerf in Lelystad onder leiding van Willem Vos en gebruikte zijn eigen ervaring bij de bouw van een eerder schip, de St. Peter, dat hij speciaal bouwde om de "Fêtes maritimes de Douarnenez" van 1992 te kunnen bezoeken, en dat hij had verkocht om de bouw van de Sjtandart te financieren. Later speelde dit schip mee in de filmserie 'Pirates of the Carribian'. Een extra moeilijkheid, maar een uitdaging voor de ontwerpers, was het historisch verantwoorde uiterlijk van het schip, het moest er als een replica uitzien. Dit, samen met de eis dat het ook reizen moest kunnen maken, en dus aan moderne technische- en leefbaarheidseisen moest voldoen. Daarom werd alles bovendeks origineel 18e-eeuws ontworpen, maar onderdeks werden drie compartimenten gecreëerd: machinekamer met dieselmotoren, dieselgenerator, een leefruimte met keuken en messroom en in het voorschip de sanitaire ruimte en de slaapruimte. Volledige moderne navigatie-apparatuur weggewerkt in de kamer van de admiraal. Één concessie werd gedaan: de 20 slaapplaatsen werden hangmatten, vanwege de ruimte en het comfort tijdens de (zee-) reizen.
Met behulp van 18e-eeuwse technologie, en werkend op een nagebouwde 18e-eeuwse scheepswerf, werkte Martous met slechts 10 professionele scheepsbouwers en 30 studenten, hetgeen eerder de gecombineerde inspanningen van een jaar van meer dan 300 man kostte. Nu werd er zes jaar hard gewerkt in alle seizoenen, zelfs bij vorst van -25 C. Het team gebruikte dezelfde materialen en methoden als bij het originele vlaggenschip. Ze gebruikten hout uit het bos dat door tsaar Peter was geplant om zijn vloten te bouwen. Om dat te bevestigen werden 8000 massief-ijzeren 8-duim's spijkers met de hand gesmeed.
Op 4 november 1994 werd de kiel gelegd. Voor de spanten van het schip werd ook eikenhout gebruikt uit de bossen van Sint-Petersburg en de Leningrad-oblast.
Op 8 april 1995 werd het de eerste van 44 spanten gezet, en er volgden er snel meer.
En zo gaat 't verder tot in de winter met -25 graden.
In najaar en winter van 1996 werden weer lariksbomen van meer dan 15 meter uit het bos gehaald, om huid- en dekplanken van 8 cm dik en 20 cm breed te zagen.
Een 12 meter lange, 18e-eeuwse stoomkist werd herbouwd om de huid- en dekplanken te kunnen buigen en vorm te geven. Volgens Martous hebben ze zelfs de brandstof nagemaakt die werd gebruikt om de stoomkist van brandstof te voorzien – het zaagsel en de houtkrullen die over bleven van hun timmerwerk. Het enige moderne gemak dat de bemanning zichzelf toestond, waren motorzagen, omdat dat uiteindelijk goedkoper was.
Tegelijkertijd, in 1997, werd er de hele zomer gebreeuwd, geschilderd en de benodigde beeldsnijwerken gemaakt.
Ook werden de eerste dekbalken gelegd, eerst voor het onderste dek...
...en ook nog huidplanken, ...
...maar al spoedig ook voor de beide bovendekken, van grenenhout, vóór en achter.
Omdat er gedoopt moest worden, werd er een tijdelijke spiegel gemaakt (met de naam onjuist gespeld, bleek later!) en ook andere grote stukken: het boegbeeld en de bescherm-dwerg "Grumpy".
De replica Sjtandart werd op 30 mei 1998 gedoopt door de twee beschermheren van het schip: Prins Andrew, de hertog van York, en de gouverneur van Sint-Petersburg, Vladimir Ykovlev.
Tijdens deze zomer werden de dekken dichtgelegd met planken, zodat er een werkplaats ontstond in het schip.
Ook de volgende winter werden veel toebehoren en onderdelen vervaardigd, het roer en het boegbeeld werden geschilderd, net als natuurlijk de definitieve spiegel met alle decoratie, en een aantal 'rondhouten' van grenenhout, zoals ra's, de fokkemast, de boegspriet, de bezaan en de grote mast (alle masten bestaan uit 3 delen 'stengen').
De smid smeedde alle nagels voor de huid- en dekplanken en het verdere beslag voor de blokken en bijvoorbeeld het roer.
Het zagen, stomen, buigen en plaatsen van de huidplanken was al die tijd doorgegaan tot de laatste op 20 maart 1999 werd geplaatst. De hele zomer werd er gebreeuwd en geschilderd.
Beeldsnijden ging ook door: van lindenhout werden de karakteristieke lauwerkransen rond de geschutpoorten gesneden, de zeemeerminnen met de gezichten van iedere vrijwilliger langs het galjoen.
Terwijl de huidplanken werden vervaardigd en geplaatst, werden in de werkplaatsen ook andere delen vervaardigd: roerblad, kraaiennesten, ezelshoofden, masten, ra's.
Alles werd klaargemaakt voor te waterlating.
De wedergeboorte van het eerste schip van de Russische Baltische vloot trok op 4 september 1999 veertigduizend Sint-Petersburgers naar de oevers van de Neva. Het fregat van 30 bij 7 meter, werd met 28 kanonnen, twee masten en boegspriet met boegbeeld te water gelaten in de Neva door een gigantische drijvende kraan, vlak bij het Smolny-instituut, dezelfde plaats waar z'n illustere voorganger in 1703 werd gedoopt.
In een brief van Buckingham Palace feliciteerde Zijne Koninklijke Hoogheid, de hertog van York, de bemanning met de voltooiing van het fregat met de woorden:
"Hoewel de Sjtandart dient als een prachtige viering van de Russische zeegeschiedenis, is ze – net zo belangrijk – een investering in de toekomst om jonge Russen te helpen
– zowel degenen die bij haar constructie betrokken zijn geweest – als de vele anderen die betrokken zullen zijn bij toekomstige zeil- en trainingsactiviteiten."
"Alleen een waardige marine mag de vlag dragen met het kruis van Sint-Andreas!" zei Peter de Grote in 1712.
En zo gebeurde het: op zaterdag 4 september 1999, hees de Sjtandart het kruis, samen met de vlaggen van de keizerlijke familie, de stad Sint-Petersburg en de Russische Federatie. De gouverneur overhandigde de kapitein ook de Koninklijke standaard van Peter de Grote, waardoor het schip het recht kreeg om die vlag te voeren. Dit was de persoonlijke vlag van Peter de Grote, die hij op de originele Sjtandart voerde als het vlaggenschip van zijn marine: een gele vlag met het zwarte beeld van een tweekoppige adelaar en de vier blauwe zeeën, de latere keizerlijke vlag.
Het schip dreef nu wel, maar er moest nog meer dan een jaar gewerkt worden aan de inbouw en in gebruik nemen van al de technologie, motoren, tanks, enzovoorts.
En natuurlijk ook de tuigage, marsen, stengen, ra's van vooral de grote mast en de totaal 18 zeilen (10 aan de ra's plus 8 aan de stagen).
Alles moest zonder hulpmiddelen (een kraan o.i.d.) worden bevestigd. Voor een buitenstaander is het aantal touwen onbegrijpelijk, elk zeil heeft er minstens 6 nodig, meestal meer dan 10, maar ervaren tuigmeesters en scheepsmaten kennen hun functies allemaal en weten ook waar ze bevestigd zijn op korvijnagels of klampen.
De maidentrip moest worden voorbereid en het bouwterrein worden 'geschoond', want er moest over het terrein een autoweg rond het centrum van de stad worden aangelegd.
Tijdens de vertrekceremonie op 25 juni 2000 werd de officiële Russische marinevlag, het St Andrews-kruis, aan kapitein Martous overhandigd door admiraal Kornilov, van de marinebasis van Sint-Petersburg.
Dit gebaar vormde de erkenning van het historische belang van de Sjtandart in de Russische marine, hoewel het replica-schip daar geen deel van uitmaakt.
Het schip heeft dus het recht om twee officiële Russische vlaggen te voeren.
De oorspronkelijke Sjtandart had in oorlogstijd een bemanning van 150 man. Voor de replica is de vaste bemanning 12 personen en vullen vrijwilligers die het "vak" willen leren, de crew aan.
De 28 kanonnen aan boord worden gebruikt voor saluutschoten met losse flodders. De nieuwe Sjtandart zeilde met een bemanning van 40 naar Zaandam en Chatham aan de Thamesmonding.
Twee plekken die Peter de Grote bezocht tijdens zijn Grote Ambassade, de reis naar het westen tussen 1694 en 1698.
In Zaandam werd door de burgemeester een portret van Peter de Grote aan Vladimir Martus uitgereikt. In Amsterdam werd "Sail 2000" aangedaan, waar prins Willem Alexander het schip bezocht.
Sjtandart werd de traditionele naam voor Koninklijke Russische jachten, verschillende exemplaren werden gebouwd na die van tsaar Peter. De laatste was het stoomjacht Standart van tsaar Nicolaas II,
de laatste tsaar van Rusland. Een model is te zien in het Scheepvaartmuseum van Sint-Petersburg. In Petersburg vaart een riviercruiseschip met dezelfde naam.
In de meer dan 20 jaar van het bestaan van de "nieuwe" Sjtandart, bestrijken de reizen geheel West-Europa, van voorbij de Noordkaap naar Kirkenes in 2009, tot de Canarische Eilanden (winter 2013-14), en van Cyprus (november 2021) tot Belfast[3] (2017). Samenvattend, de afgelopen 20 jaar zijn 120 havens bezocht in 19 landen. Er is 200.000 mijl gevaren, waarvan meer dan 120.000 zeilend.
Als meewerkende, jonge cursisten hebben meer dan 9000 jongeren een zeilvaart- en teambuilding ervaring opgedaan, die aan de wal niet is te evenaren. Sommigen van hen varen (en werken) een heel seizoen mee. Het is niet alleen varen, navigeren en de havens bezoeken, maar ook aan vele maritieme evenementen worden bezocht. Brest, Amsterdam, Hamburg, Sheerness als meerdaags evenement, maar ook de kleinere, zoals vertrek- of finish-evenementen van regatta’s, zoals Scheveningen.
Er zijn ook havens waar langere tijd wordt verbleven, zoals La Rochelle 2021, waar vandaan kortdurende toeristische zeiltochten worden gehouden.
Sommige havens hebben de (begrijpelijke) voorkeur voor reparatie- en onderhoudswerkzaamheden, zoals Zaandam, Hellevoetsluis (het droogdok Jan Blanken) en La Rochelle.
De totale revisie is gedaan in een kleine Portugese haven Vila do Conde in de winter van 2016-2017[4] Een kleine chronologische opsomming van Nederlandse evenementen en bezoeken:
Het schip deed mee aan maritieme evenementen en figureerde in meerdere films, onder andere 'Nova Zembla'[11], het verhaal van Willem Barentsz[12], en later ook in 'Michiel de Ruyter'.[8]
Er is in 2009 een stichting opgericht die jonge mensen de gelegenheid biedt om zichzelf en anderen te ontwikkelen in de vele facetten van de maritieme maatschappij.
Ten gevolge van internationale sancties tegen Rusland na de Russische invasie van Oekraïne in 2022 worden Russische schepen, ook de Shtandart, niet toegelaten in Europese havens. Daarnaast beweert de kapitein van het schip, Vladimir Martoes, dat Russische havenautoriteiten het schip zouden gijzelen vanwege een conflict met de havenautoriteiten van Sint-Petersburg. Het schip lag afgemeerd in Port-de-Bouc, nadat het was afgewezen voor het innemen van brandstof in Sète en Malta, en was van plan door te gaan naar Denemarken via Spanje, Frankrijk, België en Nederland.[13][14]
Op 6 mei 2022 vertrok het schip op motorkracht uit Port-de-Bouc, met als eindbestemming San Sebastian. Op 26 mei werd Pasai San Pedro bereikt.
De maatregelen tegen Russische vaartuigen zijn nog steeds van kracht, maar de Franse autoriteiten hebben de laatste tijd toegestaan, na uitgebreide juridische discussies, dat de Sjtandart weer de Franse havens mag bezoeken. Dit is uitgebreid op de eigen website, https://shtandart.eu/save-shtandart/te lezen ( Frans en Engels )
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.