Remove ads
wetenschappelijk artikel (gepubliceerd op 1998/01/01) Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
The extended mind (de uitgebreide geest), ook wel actief externalisme genoemd, is een thesis in de filosofie van de geest, verdedigd door Andy Clark en David Chalmers in hun gelijknamig artikel The extended mind (1998). Het werd verder uitgewerkt in Clarks boek Supersizing the Mind (2008). Cognitie wordt er niet opgevat als louter hersenactiviteit maar als een circuit van causale dynamieken dat zich bijgevolg ook voorbij de grenzen van huid en schedel uitstrekt.[1] De klassieke tweedeling tussen geest en wereld verliest daardoor aan relevantie.
De thesis van de uitgebreide geest vertrekt van de vraag: "waar stopt de geest en begint de wereld?"[2]. Deze vraag beantwoordt ze grotendeels negatief: er is volgens Clark en Chalmers geen gegronde reden waarom de geest moet ophouden daar waar het lichaam ophoudt. Cognitieve processen bevinden zich met andere woorden niet (geheel) in het hoofd van de mens. De reden waarom men dit standpunt aanneemt, is omdat het vele voordelen zou bieden in het beschrijven van menselijke handelingen. Zo is het bijvoorbeeld makkelijker om een spelletje scrabble uit te leggen aan de hand van dat de letterblokjes deel zijn van de geest, terwijl en anders volgens de auteurs een veel te ingewikkelde beschrijving van een lange reeks "inputs" en "handelingen" moet opgesteld worden. Om deze stelling plausibel te maken, stellen de auteurs enkele situaties voor[2]:
Clark en Chalmers zullen stellen dat er geen verschil tussen de drie gevallen zit. Spontaan zou je misschien geneigd zijn bij (2) elke vorm van cognitie te ontkennen. Bij drie lijkt het echter al plausibeler: het is in zekere zin de geest - zij het dan met een implantaat als hulp - dat de figuren doet draaien. Op basis van welke gegronde reden kan men echter nog een onderscheid maken tussen (2) en (3)? Het enige verschil lijkt er een te zijn van plaats: bij (2) bevindt zich het hulpstuk buiten het hoofd, en bij (3) niet. Dit is echter volgens de auteurs geen gegronde reden, en aldus stopt de geest niet bij de grenzen van het hoofd. Ze stellen hiervoor het parity principle voor: als iets als een proces verloopt dat, mocht het zich in je hoofd afspelen, meteen als mentaal zou worden beschreven, dan is dat deel ook een deel van mijn mentaal proces. Clark en Chalmers onderscheiden hiernaast een epistemische handeling van een pragmatische handeling. Bij een pragmatische handeling verandert men de wereld omwille van de verandering zelf (bijvoorbeeld het bouwen van een huis), bij een epistemische handeling verandert men iets in de wereld om cognitieve processen als herkenning en zoeken te stimuleren en te helpen. Clark en Chalmers stellen dat zowel (2) als (3) onder een epistemische handeling. Dat (2) onder deze soort valt, resulteert volgens de auteurs in het feit dat het een deel van de geest is. Zo schrijven zij:
Epistemic action, we suggest, demands spread of epistemic credit. If, as we confront some task, a part of the world functions as a process which, were it done in the head, we would have no hesitation in recognizing as part of the cognitive process, then that part of the world is (so we claim) part of the cognitive process. Cognitive processes ain't (all) in the head![3]
Verder stellen Clark en Chalmers ook het gedachte-experiment van Otto en Inga voor:
First, consider a normal case of belief embedded in memory. Inga hears from a friend that there is an exhibition at the Museum of Modern Art, and decides to go see it. She thinks for a moment and recalls that the museum is on 53rd Street, so she walks to 53rd Street and goes into the museum. It seems clear that Inga believes that the museum is on 53rd Street, and that she believed this even before she consulted her memory. It was not previously an occurrent belief, but then neither are most of our beliefs. The belief was sitting somewhere in memory, waiting to be accessed. Now consider Otto. Otto suffers from Alzheimer's disease, and like many Alzheimer's patients, he relies on information in the environment to help structure his life. Otto carries a notebook around with him everywhere he goes. When he learns new information, he writes it down. When he needs some old information, he looks it up. For Otto, his notebook plays the role usually played by a biological memory. Today, Otto hears about the exhibition at the Museum of Modern Art, and decides to go see it. He consults the notebook, which says that the museum is on 53rd Street, so he walks to 53rd Street and goes into the museum. [4]
Clark en Chalmers zullen hierbij dan ook beweren dat er geen verschil tussen beide gevallen is. Het notitieboekje van Otto speelt dezelfde rol als het geheugen van Inga.[4] En net als Inga al de overtuiging had dat het museum zich bevond in 53rd street, zo had Otto deze ook al, nog voor hij in zijn notitieboekje keek. Zeggen dat dit niet zo is, en dat Otto dus niet die overtuiging had vooraleer hij het boekje raadpleegde, doen ze af als een onnodig moeilijke en onhandige verklaring.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.