Loading AI tools
stroming binnen het christendom Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het protestantisme is een van de drie grote stromingen binnen het christendom, naast het rooms-katholicisme en de oosters-orthodoxe kerken.
De stroming kwam in de zestiende eeuw voort uit kritiek op praktijken en leerstellingen van de middeleeuwse Katholieke Kerk. In het begin van die eeuw leidde dit tot diverse pogingen om de kerk daadwerkelijk te hervormen: de Reformatie. Kenmerkend is dat men zich daarbij beriep op de studie van de Bijbel, niet alleen door theologen maar ook door gewone gelovigen. Navolgers van de hervormer Maarten Luther kregen met name voet aan de grond in Duitsland en Scandinavië. Daar ontstonden evangelisch-lutherse staats- of landskerken. In Nederland, Zwitserland, Frankrijk en Schotland ontstonden hervormde of gereformeerde kerken, vaak geïnspireerd door de hervormer Johannes Calvijn. In Engeland behoort de Anglicaanse Kerk tot het protestantisme.
De concrete opvattingen van protestantse kerkgenootschappen verschillen nogal van elkaar. Dit hangt samen met het feit dat er binnen de protestantse stromingen geen centrale gezagsinstantie wordt erkend. De Bijbel is de enige bron van gezag zowel voor het geloof als voor het leven (Sola scriptura). De gelovigen bepalen zelf, op grond van hun interpretatie van de Bijbel, wat God van hen verwacht. Kenmerkend is ook dat een authentiek en persoonlijk geloof in (vertrouwen op) Jezus Christus doorslaggevend is in de relatie met God (Sola fide). Meer vraagt God ook niet om de mens goedgezind te zijn (Sola gratia).
Het woord protestantisme is afgeleid van het Latijnse woord protestari, wat "publiekelijk verklaren" of "getuigen" betekent. De naam valt meer specifiek te herleiden een historische gebeurtenis tijdens de Rijksdag van Spiers (1529). Luthers-gezinde vorsten en steden dienden daar een bezwaarschrift in (een Protestatio in de ambtenarentaal) tegen de poging van keizer Karel V, om de beginnende kerkhervorming terug te draaien.
De naam protestanten werd aanvankelijk vooral gebruikt door de tegenstanders van de hervormingsgezinde vorsten – zij noemden zichzelf liever evangelisch – maar werd gaandeweg de overkoepelende term waarmee men alle christenen die zijn voortgekomen uit de Reformatie aanduidt.[1]
Zonder ze voorlopers van de Reformatie te noemen, zijn verwante protestbewegingen ook in de Middeleeuwen zelf te vinden. Zo lijken de ideeën van de Engelsman John Wycliffe, die in de 14e eeuw aan de eerste Engelse vertaling van de Bijbel begon en zich verzette tegen de macht en rijkdom van de Kerk, sterk op die van de 16de-eeuwse Reformatie. Ook de Tsjechische hoogleraar Jan Hus wees aan het begin van de 15e eeuw op grote gebreken in de organisatie van de kerk, m.n. verzette hij zich tegen het gezag dat de paus claimde. De Kerk zou gezuiverd moeten worden van on-bijbelse invloeden, was de gedachte. Ook kenmerkend voor veel reformatoren (Wyclif, Hus, later ook Luther) is het beroep op de vorst en lokale adel tegenover de paus en de geestelijkheid.
Een belangrijke omwenteling vond plaats in 1517, toen Martin Luther (een Augustijner monnik en professor in Wittenberg) 95 stellingen publiceerde over de boete en de aflaat. Hij keerde zich met name tegen de handel in aflaten, waarmee de Rooms-Katholieke Kerk zichzelf financierde, mede om de bouw van de Sint-Pieter in Rome te bekostigen. Rond dezelfde tijd bracht Zwingli in Zwitserland een soortgelijke beweging op gang. Hun ideeën verspreidden zich snel door Europa, geholpen door de in de 15e eeuw uitgevonden boekdrukkunst, en waren een belangrijke aanzet voor de Reformatie. Luther werd zelf als ketter veroordeeld en in 1521 in de ban gedaan.
Op de Rijksdag van Spiers in 1526, waar de leiders van het Heilige Roomse Rijk bijeenkwamen, was besloten dat de vorstendommen die de Reformatie hadden doorgevoerd rechtszekerheid zou worden verschaft en dat de vorsten vrije keuze zouden hebben in de organisatie van de eredienst. Toen dit besluit op de Rijksdag van Spiers van 1529 werd teruggedraaid, protesteerden de lutherse deelnemers. De protestanten beriepen zich op het recht om zelf de eredienst te mogen organiseren, dat hun eerder was toegekend. Keizer Karel V was niet in staat om de opstandige vorsten tot de orde te roepen, zodat er de facto een scheiding plaatsvond in de kerk. In de jaren 1540 leidde dit tot de eerste gewapende conflicten (godsdienstoorlogen), die erin resulteerden dat uiteindelijk de vorst van een gebied bepaalde welke van de twee christelijke kerkvormen (rooms-katholieke of protestantse) zijn onderdanen zouden moeten aanhangen. Dit principe is het cuius regio, eius religio principe: "In wiens gebied men woont, diens godsdienst moet men belijden".
In het noorden en westen van Europa overheerste nu het protestantisme en werden katholieken tot tweederangsburgers gereduceerd, in Midden en Zuid-Europa bleef het rooms-katholicisme juist dominant. Omdat kerk en staat niet juridisch gescheiden waren, liepen godsdienstige en machtspolitieke kwesties altijd door elkaar. In de late 16e en vroege 17e eeuw woedde er dientengevolge in West- en Centraal-Europa een reeks van oorlogen waarin de strijd tussen het rooms-katholicisme en diverse soorten protestantisme een rol speelde. Bekend zijn de hugenotenoorlogen in Frankrijk en de Dertigjarige Oorlog, in Duitsland. Ook in de Nederlandse Opstand, die zou uitlopen op de Tachtigjarige Oorlog, hoort in dit rijtje thuis.
Bij de Godsdienstvrede van Augsburg in 1555 en bij de Vrede van Westfalen in 1648 kwam het tot een territoriale afbakening, waarbij Duitse vorsten hun lutherse, calvinistische of katholieke geloof aan hun onderdanen konden voorschrijven. In Frankrijk kende Hendrik IV in 1598 met het Edict van Nantes beperkte godsdienstvrijheid toe aan de hugenoten; dit edict werd in 1685 herroepen door Lodewijk XIV. Pas in de 19e eeuw zou individuele godsdienstvrijheid gemeengoed worden in West-Europa.
Belangrijke praktische en uiterlijke verschillen tussen het protestantisme en het katholicisme zijn:
Het protestantisme bestaat zelf weer uit een groot aantal verschillende substromingen. In tegenstelling tot in de Rooms-Katholieke Kerk is er geen centraal gezag dat de leer van de protestantse kerkgenootschappen bepaalt. Dit heeft in het verleden geleid tot een groot aantal afscheidingen op landelijk en internationaal niveau. Het meest recente voorbeeld is het ontstaan in 2004 van de Hersteld Hervormde Kerk en de Voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland, die zich hebben afgesplitst van de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Nederland toen deze kerkgenootschappen samen met de Evangelisch-Lutherse Kerk opgingen in de Protestantse Kerk in Nederland. Sommige van de protestantse stromingen zijn internationaal verbreid, hoewel de meeste georganiseerd zijn in landelijke kerkgenootschappen.
In de 16e eeuw zijn er heel veel hervormingsbewegingen geweest. Veel hiervan hebben slechts een kort bestaan geleid. Ze zijn onderdrukt, uitgeroeid of sloegen niet echt aan.[2] Tegenwoordig onderscheidt men vier grote hoofdstromingen die in hun ontstaan teruggaan tot de eeuw van de Reformatie.
Ook stromingen die zich los hebben gemaakt van de bestaande protestantse kerkgenootschappen, zoals de pinksterbeweging aan het begin van de 20e eeuw, worden tot het protestantisme gerekend.
Lutheranisme
Gereformeerd protestantisme:
In Nederland is de Protestantse Kerk het grootste protestantse kerkgenootschap. Daarnaast is er een groot aantal gereformeerde en protestantse kerken. Dit zijn kerken die zich oorspronkelijk van de Nederlandse Hervormde Kerk hebben afgescheiden of weer afscheidingen zijn van de afgescheidenen.
Anabaptisme:
Andere kerkgenootschappen:
In de twintigste eeuw heeft de verzuiling geleid tot uiteenlopende organisaties op specifiek protestantse grondslag. Voorbeelden hiervan zijn:
In België vormen de protestanten een minderheid van naar schatting 2 à 3% van de bevolking. Een van de protestantse kerkgenootschappen is de Verenigde Protestantse Kerk in België (VPKB), die in 1978 is ontstaan uit een fusie tussen de Protestantse Kerk van België, de Hervormde Kerk van België en de Gereformeerde Kerken in België. Zij heeft ruim honderd plaatselijke gemeenten (zowel aan de Nederlandstalige als de Franstalige kant van België). Evenals in Nederland vinden evangelische kerken, de Pinksterbewegingen en andere charismatische bewegingen steeds meer aanhang. Zij hebben zich voor het grootste deel verenigd in de Federale Synode van Protestantse en Evangelische kerken in België. De VPKB en de Federale Synode vormen sinds 2003 samen de Administratieve Raad van de Protestants-Evangelische Eredienst (ARPEE) een administratieve vertegenwoordiging richting de Belgische staat. De laatste tijd groeit de protestantse gemeenschap met name door migratie van protestants-evangelischen uit Afrika en Zuid-Amerika.[3]
Protestantse opleidingen:
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.