De bochtige aasgarnaal of geknikte aasgarnaal (Praunus flexuosus) is een aasgarnalensoort uit de familie van de Mysidae.[1] De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1776 voor het eerst geldig gepubliceerd door Otto Friedrich Müller.[2] Deze soort van aasgarnalen is te vinden in de Europese wateren. Het wordt gevonden van Noord-Frankrijk tot de Baltische Zee en werd halverwege de 20e eeuw in Noord-Amerika geïntroduceerd.
Snelle feiten Taxonomische indeling, Soort ...
Geknikte aasgarnaal |
|
Taxonomische indeling |
|
Soort |
Praunus flexuosus (Müller, 1776) Originele combinatie Mysis flexuosa |
Synoniemen |
Lijst
- Macromysis brevispinosus
- Mysis spinulosus Leach, 1813
- Macromysis flexuosa (Müller, 1788)
- Macromysis inermis (Rathke, 1843)
- Synmysis benedeni Czerniavsky, 1882
- Themisto brevispinosa Goodsir, 1842
- Synmysis chamaeleon Czerniavsky, 1882
- Mysis chamaeleon J.V. Thompson, 1828
- Mysis chameleo J.V. Thompson, 1828
- Synmysis flexuosa Czerniavsky, 1882
- Cancer flexuosus Müller, 1788
- Mysis flexuosus (Müller, 1776)
- Mysis leachii Thompson, 1828
- Macromysis longispinosa White, 1847
- Synmysis mecznikoi Czerniavsky, 1882
- Synmysis normani Czerniavsky, 1882
- Synmysis spinulosa Czerniavsky, 1882
- Mysis spinulosa Krøyer, 1837
- Astacus harengum Fabricius, 1787
- Cancer astacus multipes Montagu, 1808
|
|
Afbeeldingen op Wikimedia Commons |
(en) World Register of Marine Species |
|
Sluiten
De bochtige aasgarnaal is een lang, slank dier, met een vrij duidelijke knik in het achterlijf (Hoewel een dergelijke knik overigens bij de meeste aasgarnalen voorkomt). Het bereikt geslachtsrijpheid bij een lengte van ongeveer 18 mm, maar kan een lengte van 26 mm bereiken. De kleur is zeer variabel, variërend van bruin of rood tot groen (vandaar de Engelse naam 'chameleon shrimp'). Sommige exemplaren met een witachtige rug. Het lijkt sterk op soortgenoot Praunus neglectus.
De bochtige aasgarnaal leeft langs de kust van de Noord-Atlantische Oceaan tussen 40° noorderbreedte en 71° noorderbreedte, en in de Oostzee. Het werd pas in 1970 rond de kust van IJsland ontdekt, maar is sindsdien algemeen gebleken langs de zuidwestkust van IJsland. De bochtige aasgarnaal kan een zoutgehalte van 2‰-33‰ verdragen. Het wordt vaak gevonden op algen en wordt het meest geassocieerd met blaaswier (Fucus vesiculosus). Het leeft in ondiep water en wordt vaak gevonden rond kunstmatige constructies, zoals dokken. Het is een alleseter, het voedt zich met afval en jaagt op kleine schaaldieren, met name harpacticoïde roeipootkreeftjes, maar eet een groter aandeel macrozoöplankton dan andere gewone aasgarnalen aan de kust, zoals de brakwateraasgarnaal (Neomysis integer) en Praunus inermis.
In Nederland wordt de geknikte aasgarnaal het meest gevonden in het Grevelingenmeer, maar komt ook veelvuldig voor in de Oosterschelde, de Westerschelde, het Veerse Meer, de Waddenzee en de Noordzee.[3] Waarschijnlijk is dit de aasgarnaal die het meest wordt waargenomen.
Bronnen, noten en/of referenties
Müller, O.F. (1776). Zoologiæ Danicæ Prodromus, seu Animalium Daniæ et Norvegiæ indigenarum characteres, nomina, et synonyma imprimis popularium. Havniæ [Copenhagen]: Hallageri. xxxii + 274 pp.