Remove ads
Belgisch dichter (1903–1987) Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Pieter Geert Buckinx (Kortessem, 6 februari 1903 - Jette, 21 januari 1987) was een Vlaams dichter en schrijver. Hij schreef ook onder pseudoniem Piet de Beuk.
Pieter Buckinx was een van de vijf kinderen in het gezin van Bonaventure Buckinx en Celestina Stas. Bonaventure schreef volkse gedichten in Het Limburgs Jaarboek. Pieter volgde middelbaar onderwijs aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege te Tongeren.
Hij werd rijksambtenaar in Brussel en doorliep een carrière onder meer in het Vast Wervingssecretariaat. Hij trouwde met Charlotte Oosterlinck (°1905 +1988).
Buckinx begon in de literatuur via het toneel. In 1923 werd hij spelend lid in de toneelgroep Gudrun. Hij schreef verschillende toneelstukken, een paar onder pseudoniem. Hij schreef toneelkronieken in Averbodes Weekblad, De Kunstgids en in Toneelgids. Na de Tweede Wereldoorlog recenseerde hij het toneelleven voor de Belgische nationale radio-omroep. Hij doceerde ook toneelletterkunde aan het instituut voor journalisten te Brussel.
In 1922 werden zijn eerste gedichten gepubliceerd in de krant De Schelde, die geleid werd door Paul De Mont. Weldra richtte hij zich voornamelijk op het schrijven van poëzie. Samen met onder meer René Verbeeck en André Demedts werd hij gerekend tot de postexpressionisten. Hij gaf aan de invloed te hebben ondergaan van Wies Moens, Marnix Gijsen en Walt Whitman. Hij had ontmoetingen met Paul van Ostaijen en André Demedts.
Buckinx verzette zich tegen de kunst als vertolker van politieke, sociale of esthetische opvattingen. In 1930 schreef hij: "Poëzie moet niets dan poëzie zijn, klaar als de klare diepte van het meer en toch zo ondoorgrondelijk duister als de diepe bodem van het meer."
Dichten was voor P.G. Buckinx het resultaat van een diepe existentiële bekommernis, waarbij hij zich bewoog tussen verbondenheid met de aarde en onthechting ervan. Hij koos voor een strenge versbouw, met een klassieke prosodie, maar met een modernistische beeldspraak.
In 1930 richtte hij samen met Jan Vercammen, René Verbeeck en André Demedts het tijdschrift De Tijdstroom op (1930-1934). Hij richtte vervolgens met René Verbeeck en Paul De Vree het tijdschrift Vormen op (1936-1940). André Demedts en René Felix Lissens voegden zich weldra bij de redactieploeg. In 1939 werd hij redactielid van Dietsche Warande en Belfort.
René Verbeeck schreef over de poëzie van Buckinx: "Toen ontstonden de gedichten waaruit alle godsdienstige en politieke inslag geweerd was, en die geen zichtbaar verband meer toonden met de feiten van het dagelijks leven. De levenservaringen werden in zijn poëzie ontdaan van alle anekdotiek en lokalisatie; hij tracht alleen nog de reagerende huivering van de ziel in de melodie en het ritme van de woorden op te vangen." En over zijn poëzie van na 1960 schreef hij: "Het innerlijke dualisme is overbrugd, de onthechting heeft tot berusting geleid. Het kille bergland en het bloedwarme dal zijn geen antipoden meer, maar vullen elkaar aan en ontmoeten elkaar in de zachte 'bergwei'."
In 1969 werd hij lid van de Koninklijke Vlaamse Academie.
Vele van zijn teksten werden door componisten als Arthur Meulemans en Willem Kersters op muziek gezet.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.