Brits kunstschilder Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Philip Alexius de László (Boedapest, 30 april1869 - Londen, 22 november1937[1]), geboren als de Joodse kleermakerszoon Laub Fülöp Elek kreeg in 1891 de achternaam László. In 1912 verhief de Hongaarse apostolisch KoningFrans Jozef I hem in de Hongaarse adelstand en werd zijn naam Philip Alexius de László de Lombos. Hij was een in het interbellum befaamd portretschilder. Hij vervaardigde in heel Europa, ook in Nederland en België portretten. Veel van zijn modellen waren aristocraten en leden van koninklijke families. Hij portretteerde de Engelse koningin Elizabeth en Lord Louis Mountbatten. de László werkte ook in Nederland.
Als jonge man studeerde de jonge Laub Fülöp Elek bij Bertalan Székely en Károly Lotzaan de kunstacademie. Hij voorzag in zijn levensonderhoud als assistent en leerling van een fotograaf. Na studies in München en Parijs werd hij een succesvol portretschilder. In 1903 ging hij in Wenen wonen en in 1907 in Londen waar hij veel succes had. In 1907 nam de Britse koning hem op in zijn huisorde, de Koninklijke Orde van Victoria. In 1912 verhief de Oostenrijkse keizer, apostolisch koning van Hongarije hem in de adelstand als "Philip Alexius László de Lombos". De familie nam later de naam "de László" in plaats van "de Lombos" aan.
In 1917 en 1918 werd Philip Alexius de László een jaar lang geïnterneerd door de Britse regering. Men meende dat hij door brieven aan zijn broer en moeder te sturen contact met de vijand had gezocht. De omstandigheid dat hij door de[2] Oostenrijkse keizer was geridderd en de Oostenrijks-Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken graaf Berchtold had geportretteerdmaakte hem eveneens verdacht.
In 1936 kreeg László een hartaanval. De volgende hartaanval in 1937 was fataal. Hij had nog kunnen meewerken aan een geautoriseerde biografie[3] die in 1939 verscheen.
László was in 1900 met de rijke aristocrate Lucy Madeleine Guinness getrouwd. Het paar was al sinds 1892 verliefd maar haar familie had het huwelijk jarenlang tegen weten te houden. Het paar kreeg zes kinderen, van wie een aantal huwelijken binnen de Engelse aristocratie sloot. Er zijn zeventien kleinkinderen[4].
Tonko Grever en Annemieke Heuft, De László in Holland. Nederlanders geportretteerd door de internationale societyschilder Philip de László (1869-1937). Zwolle/Amsterdam, 2006 [catalogus bij een tentoonstelling in Museum Van Loon].
Duff Hart-Davis, Philip de László. His life and art. New Haven/London, 2010.
Giles MacDonogh. "Parlour games", The Guardian, 20 december 2003. In dit artikel wordt gezegd dat László had not only painted the Austrian foreign secretary, Count Berchtold, regarded by many as responsible for the war; he had also been ennobled by Emperor Franz Josef in 1912. After warnings, he was arrested in the summer of 1917 and accused of making contact with the enemy by sending letters to his mother and brother. He was locked up in Brixton prison and Holloway internment camp as an enemy alien. He didn't sympathise with the enemy: the range of his sitters reveals his even-handedness. He was released due to ill-health, but was not vindicated until the summer of 1919. He had been unable to paint anyone outside his own family for two years
Suzy Menke's article, "A Hungarian artist's brush with grandeur" The International Herald Tribune Friday 9 January 2004, waar wordt gezegd dat 16 van de 17 kleinkinderen aanwezig waren bij de opening van de tentoonstelling [www.iht.com/articles/2004/01/09/menkes_ed3_.php]