Een personal computer, afgekort als pc, is een computer voor individueel gebruik. De pc wordt gebruikt voor het uitvoeren van diverse taken, zoals administratie, tekstverwerking, toegang tot het internet, programmeren, grafisch werk en computerspellen, met door de gebruiker kant-en-klaar verkregen programma's. Een computer wordt onder meer gebruikt bij werk, onderwijs, school en hobby's.
Geschiedenis
De naam werd aan het begin van de jaren 80 in de taal opgenomen, toen IBM zich aansloot bij de snel groeiende markt in kleine computers, toen nog vaak microcomputers, homecomputers, desktopcomputer of tafelcomputers genoemd.
Aanvankelijk was een computer een grote en dure machine die gebruikt werd door grote bedrijven. Individueel gebruik was eventueel mogelijk met timesharing. De trend naar individuele computers was al een aantal jaren gaande met onder andere de Altair 8800 en de Apple II. De naam personal computer werd gangbaar toen IBM zijn eerste kleine computer voor individueel gebruik uitbracht in 1981: de IBM Personal Computer (al gebruikte Apple deze term al eerder). De gangbare naam van de tegenhanger voor de grote IBM (mainframe)-computers (voor kantoor- en industriële toepassingen) was destijds microcomputer, en IBM had een eigen label nodig. Tussen beide formaten in, bestond nog de tiny, die soms als voorloper van de pc wordt beschouwd.
Kenmerkend voor de IBM-PC was de modulaire opbouw en de openbaar gemaakte hardware-interface. Daardoor konden andere leveranciers ook onderdelen voor de pc aanbieden en later zelfs zogenaamde klonen.
2005-2009
Waar de traditionele desktopcomputer lange tijd een standaardconfiguratie was, is vanaf midden jaren 2000 een verschuiving te zien richting draagbare personal computers. De laptop werd steeds lichter en krachtiger, zodat die in steeds toenemende mate werd gebruikt. In 2007 zijn wereldwijd circa 109 miljoen laptops verkocht, een groei van 33% ten opzichte van het jaar ervoor. Deze groei zette zich gedurende de opvolgende jaren sterk voort.
2010-2019
In de jaren 2010 kwam de opkomst van het post-pc-tijdperk, een tijdsperiode waarin de verkoop van desktopcomputers afnam, en een sterke groei zichtbaar was van mobiele computers zoals smartphones en tabletcomputers.
Het post-pc-tijdperk wordt gekenmerkt door mobiele en met het internet verbonden apparaten, die hun gegevens opslaan en gebruik maken van diensten in de cloud. Deze apparaten maken hevig gebruik van mobiele apps en synchroniseren gegevens naadloos.
In april 2017 maakte StatCounter bekend een nieuwe mijlpaal in de geschiedenis van de personal computer te hebben bereikt, waarbij het Android-besturingssysteem populairder was dan Windows.[1]
Soorten
- Traditionele desktopcomputer
- De desktopcomputer wordt gekenmerkt door een losstaand beeldscherm en randapparatuur.
- All-in-one
- De all-in-one computer integreert zowel het beeldscherm als de computer in een enkele behuizing. Het ontwerp stamt uit begin jaren 80 en werd gepopulariseerd door onder meer de Apple Macintosh in 1984 en de iMac in 1998.
- Compacte desktop
- Dit model is qua behuizing een kleinere versie van de traditionele desktopcomputer, heeft een laag energieverbuik, en is ontworpen voor eenvoudige taken als browsen op het internet, tekstverwerking en mediaweergave.
- Home Theater PC
- een type personal computer met als doel om mediagerelateerde taken uit te voeren. Een HTPC onderscheidt zich van een normale computer doordat deze is aangesloten op een televisie, is voorzien van een afstandsbediening waarmee het apparaat vanaf de bank bediend kan worden en bevat speciale mediasoftware voor het afspelen van audio en video.
- 2-in-1-pc
- een draagbare computer met de functies van zowel een laptop als een tablet, en is in staat om zowel desktopsoftware als mobiele apps te kunnen draaien.
- Singleboardcomputer
- is een complete computer gebouwd op een enkele printplaat, en bevat alle onderdelen (microprocessor, geheugen, invoer/uitvoer) die nodig zijn voor een functionele computer. Toepassingen van de SBC is vooral als demonstratie- of ontwikkelsysteem, voor educatieve doeleinden, of voor het gebruik als geïntegreerd systeem.
- Gaming-pc
- de gaming-pc is een personal computer gericht op het spelen van computerspellen. Dit type pc bevat onderdelen die games sneller en op een veel hogere kwaliteit kan weergeven dan een reguliere pc.
Software
De software voor een computer kan worden onderverdeeld in een aantal categorieën:
- BIOS, Basic Input/Output System, bestaat uit de meest basale functies die het aansturen van hardware als geheugen, harddisk etc. mogelijk maken. Het BIOS wordt geleverd in een ROM-chip, en wordt gestart zodra de computer wordt aangezet.
- Besturingssysteem, bestaat uit software die het mogelijk maakt om computerprogramma's uit te voeren. In het besturingssysteem zitten alle onderdelen die het mogelijk maken om gebruik te maken van BIOS functies, maar ook voor het aansturen van randapparatuur (via drivers), het beveiligen van de computer (door gebruikersprofielen te definiëren en autorisatie te verlenen), en de grafische omgeving die het mogelijk maakt met muis en/of toetsenbord de computer te bedienen. Als besturingssysteem van personal computers heeft Windows van Microsoft het grootste marktaandeel. Andere besturingssystemen zijn Linux (dat in diverse "distributies" ("distro's"), door diverse leveranciers wordt geleverd, zoals Red Hat, SUSE, Debian en Mandrake), en het besturingssysteem voor de Apple Macintosh (Mac OS, of het actuelere macOS).
- Services, voor Windows, of Daemons, voor Unix, zijn processen die op de achtergrond draaien voor bepaalde zaken die voortdurend actief moeten zijn.
- Applicaties (toepassingen) zijn programma's die met een bepaald doel worden ontwikkeld of aangeschaft. Voorbeelden hiervan zijn tekstverwerkers, beeldverwerkers, geluidsverwerkers, rekenprogramma's, webbrowsers en databaseprogramma's. Sommige applicatieprogramma's kunnen bij een besturingssysteem zijn inbegrepen.
- Gereedschappen of utilities zijn hulpprogramma's voor bijvoorbeeld het zelf ontwikkelen van programma's (compilers, interpreters, IDE's, en dergelijke), webservers, mailservers, et cetera.
Onderdelen
Een typische pc-opstelling bestaat uit een systeemkast en randapparatuur, zoals beeldscherm, toetsenbord en muis.
De systeemkast (mogelijk met ingebouwd beeldscherm) bevat altijd:
- het moederbord, met daarop een processor, werkgeheugen en uitbreidingssleuven.
- de voeding, een apparaat dat de netspanning omzet in verschillende gelijkspanningen van 12; 5 en 3,3 volt levert voor de diverse componenten in de kast.
- een of meer harde schijven of een solid state drive voor het opslaan van gegevens.
- een videokaart die aansluiting van het beeldscherm mogelijk maakt; vaak geïntegreerd op het moederbord
Verder bevat de systeemkast zo goed als altijd:
- een geluidskaart die aansluiting van geluidsapparatuur mogelijk maakt; vaak geïntegreerd op het moederbord
- een netwerkkaart waarmee de pc aan een netwerk kan worden aangesloten, vaak geïntegreerd op het moederbord.
- een cd-romspeler en/of dvd-speler, cd-schrijver en/of dvd-schrijver
Op de pc wordt externe randapparatuur aangesloten, veelal op een poort, maar eveneens draadloos aangestuurd, met wifi, infrarood of Bluetooth. Er zijn (stand 2015) nog enkele belangrijke typen aansluitpoorten over:
Tijdbalk
Wikiwand in your browser!
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.