Hieronder volgt een lijst met beschermde landschappen, chráněné krajinné oblasti in Tsjechië, afgekort ChKO. Er worden in Tsjechië zes categorieën van beschermde gebieden aangehouden.
- Adelaarsgebergte, 20.000 ha, 1969, Hradec Králové en Pardubice
- Beskydy, 116.000 ha, 1973, Zlín en Moravskoslezský kraj
- Bílé Karpaty, 71.500 ha, 1980, Zuid-Moravië en Zlín
- Blaník, 4.000 ha, 1981, Midden-Bohemen
- Blanský les, 21.235 ha, 1989, Zuid-Bohemen
- Boheems Middelgebergte, 107.000 ha, 1976, Ústí nad Labem en Liberec
- Boheems Paradijs, 18.152 ha, 1955, Hradec Králové, Midden-Bohemen en Liberec
- Broumovsko, 41.000 ha, 1991, Hradec Králové
- Český kras, 13.200 ha, 1972, Midden-Bohemen
- Kokořínsko, 27.000 ha, 1976, Midden-Bohemen en Ústí nad Labem, Liberec
- Křivoklátsko, 63.000 ha, 1978, Midden-Bohemen en Pilsen
- Lausitzergebergte, 35.000 ha, 1976, Ústí nad Labem en Liberec
- Labské pískovce, 22.100 ha, 1972, Ústí nad Labem
- Litovelské Pomoraví, 9.600 ha, 1990, Olomouc
- Moravský kras, 9.200 ha, 1956, Zuid-Moravië
- Pálava, 7.000 ha, 1976, Zuid-Moravië
- Poodří, 8.150 ha, 1991, Moravië-Silezië
- Slavkovský les, 64.000 ha, 1974, Pilsen en Karlsbad
- Sudeten,74.000 ha, 1969, Olomouc en Moravië-Silezië
- Šumava, 94.480 ha, 1963, Pilsen en Zuid-Bohemen
- Třeboňsko, 70.000, 1979, Zuid-Bohemen
- Žďárské vrchy, 71.500 ha, 1970, Pardubice en Vysočina
- Železné hory, 38.000 ha, 1991, Pardubice en Vysočina
- IJzergebergte, 35.000 ha, 1967, Liberec