Loading AI tools
Een stad in Kreis Unna in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Lünen is een bedevaartoord en is tevens de grootste stad in de Kreis Unna in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. De gemeente telt 85.838 inwoners (31 december 2020)[1] op een oppervlakte van 59,20 km².
Stad in Duitsland | |||
---|---|---|---|
Situering | |||
Deelstaat | Noordrijn-Westfalen | ||
Kreis | Unna | ||
Regierungsbezirk | Arnsberg | ||
Coördinaten | 51° 37′ NB, 7° 31′ OL | ||
Algemeen | |||
Oppervlakte | 59,39 km² | ||
Inwoners (31-12-2020[1]) |
85.838 (1.445 inw./km²) | ||
Hoogte | 58 m | ||
Burgemeester | Jürgen Kleine-Frauns (partijloos) | ||
Overig | |||
Postcodes | 44532, 44534, 44536 | ||
Netnummers | 02306 (Ortsnetz Lünen), 0231 (Ortsnetz Dortmund voor het stadsdeel Brambauer) | ||
Kenteken | UN (alternatief: LÜN) | ||
Stad | 14 stadsdelen | ||
Gemeentenr. | 05 9 78 024 | ||
Website | www.luenen.de | ||
Locatie van Lünen in Unna | |||
|
De rivier de Lippe stroomt door de stad.
De drie noordelijke stadsdelen, ten noorden van deze rivier, kunnen tot het Münsterland gerekend worden; het gebied aan en ten zuiden van de Lippe is deel van het noordelijke Ruhrgebied. Belangrijkste buurgemeentes zijn Kamen, 10 km oostelijk van het centrum van Lünen, en Dortmund, 14 km ten zuiden daarvan.
Lünen is onderverdeeld in 14 stadsdistricten (Stadtbezirke):
31 december 2018: 86.449 (statistiek van de deelstaat Noordrijn-Westfalen).
31 december 2019: bron: gemeente Lünen;[3] totaal gemeente: 88.395 inwoners; als volgt over de Stadtbezirke verdeeld:
Ultimo 2019 was van de bevolking der gemeente ca. 27% evangelisch-luthers, 29% rooms-katholiek en 56% aanhang(st)er van een andere of van in het geheel geen geloofsgemeenschap.
In Lünen komen drie Bundesstraßen bij elkaar: de B54 Münster-Dortmund, de B236 vanuit Selm, en de B61 vanuit Bielefeld en Hamm, dat ca. 25 km ten oosten van Lünen ligt.
Langs de zuidelijke stadsdelen van Lünen loopt de Autobahn A2 Oberhausen - Bielefeld. Afritten 13, Kreuz Dortmund Nord, en 14 bij Lünen-Süd, leiden naar de stad.
Lünen ligt aan de rivier de Lippe. Deze is sedert 1855 niet meer voor de beroepsscheepvaart bevaarbaar. Het Datteln-Hamm-Kanal (DHK) ligt nabij Lünen. Aan dit kanaal heeft Lünen sinds 1912 een belangrijke binnenhaven (Stadthafen) en twee kleinere (Stummhafen en Preußenhafen). In 1994 is met de vernieuwing van het sterk verouderde en voor moderne vrachtschepen te ondiepe Datteln-Hamm-Kanal begonnen. Daarbij moeten bijvoorbeeld alle sluizen in en bruggen over het kanaal worden vervangen. Dit miljardenproject moet rond 2025 gereed zijn. De haven is speciaal ingericht voor overslag van te recyclen huisvuil en bedrijfsafval.
Lünen, van oorsprong een echte mijnstad, heeft in de periode 1970-1995 een grote economische ommezwaai moeten maken, toen in deze periode de kolenmijnen in en om de gemeente moesten sluiten. Er hebben zich op de vele voormalige mijn- en andere industrieterreinen talrijke andere ondernemingen gevestigd, waaronder enige van internationaal belang.
De belangrijkste van deze nieuwe bedrijven zijn:
De stad bezit daarnaast nog talrijke kleinere ondernemingen in zeer uiteenlopende branches.
Binnen de dienstensector is o.a. het stedelijk St.-Maria-ziekenhuis als werkgever van 1500 mensen van belang.
Rond 890 worden Lünen/(Luynen of Leunen[4]), Alstedde (Alstedi), Wethmar (Wetmeri), Nordlünen (Nordliunon) en Südlünen (Sudliunon) voor het eerst vermeld in een register van de Abdij Werden. In de 13e eeuw bezat Lünen reeds een ommuring en ook stadsrechten van het Prinsbisdom Münster, waartoe het toen behoorde. In de 14e eeuw verwierf het Graafschap Mark de stad, en in 1341 krijgt Lünen opnieuw stadsrechten, maar nu volgens de in dat graafschap geldende regels. Zodoende heeft Lünen dus twee keer stadsrechten gekregen. Als bij-stad van Dortmund heeft Lünen tot de Duitse Hanze behoord. Het noordelijke gedeelte van de huidige gemeente behoorde niet tot Graafschap Mark. Hier stond vanaf 1018 een bedevaartkerk, die tijdens oorlogshandelingen in 1254 verloren ging; daarna werd een nieuwe Mariakerk gebouwd, en de bestaande relieken werden in 1270 in een nieuw Onze-Lieve-Vrouwebeeld (Gnadenbild) aangebracht. Van 1254 dateert ook de politieke scheiding tussen Altlünen, noordelijk van de Lippe, dat Münsters werd, en Lünen-Mitte en -Süd, zuidelijk van de rivier, dat later tot Graafschap Mark ging behoren. Door de bedevaarten kwamen beide gedeeltes van Lünen in de late middeleeuwen tot aanzienlijke bloei.
Vanaf de 16e eeuw keerde het tij helaas. Talrijke rampen teisterden de stad, o.a. branden (1512 en 1550), oorlogen ( 1598; Dertigjarige Oorlog 1634; ca. 1750), overstromingen (1520) en besmettelijke ziekten (pest, 1526). Het aantal inwoners daalde tot slechts iets meer dan 1.200 in de 18e eeuw. Intussen was Lünen sinds 1609 in het machtsgebied van Brandenburg-Pruisen geraakt en daarna van het Koninkrijk Pruisen. In de 18e en 19e eeuw werd Lünen logistiek belangrijk, niet alleen, omdat er na plm. 1825 drukke scheepvaart op de Lippe ontstond, maar ook, omdat het een belangrijke halte van de postkoetsdienst was tussen Berlijn, Maagdenburg en Amsterdam. In 1855 eindigde de scheepvaart op de Lippe. De vrachtschepen waren te groot en diepgaand geworden. Stoomtreinen namen vanaf 1875 de rol van de schepen over. In 1914 echter kreeg de stad aan het in dat jaar opengestelde Datteln-Hamm-kanaal een binnenhaven voor de overslag van steenkool uit de mijnen in de omgeving. Lünen was toen al een steenkoolmijnenstad. O.a. de Minister Achenbach (1900-1992) tussen Lippholthausen en Brambauer was een belangrijke kolenmijn. In deze mijn vond op 18 december 1912 een mijngasexplosie plaats. Bij deze ramp kwamen 49 mijnwerkers om het leven. Soortgelijke ongelukken deden zich daarna nog drie maal voor.[5] Naar hun eigenaren begin 20e eeuw, de gebroeders Stumm, werd de Stumm-haven in het Datteln-Hamm-kanaal genoemd. Op de locatie van deze voormalige mijn bevindt zich nu een modern bedrijventerrein.[6]
De huidige gemeente is, ook historisch gezien, tamelijk heterogeen. De drie noordelijke stadsdelen, die de vroegere gemeente Altlünen vormden, horen historisch eigenlijk nog bij het Münsterland, en de mensen, die er van oudsher reeds wonen, voelen dat ook nog zo. Ook de manier van bouwen, veel huizen van baksteen, herinnert aan de noordelijker buurgemeenten. Kerkelijk is dit -tot 1803 tot het Prinsbisdom Münster behorende, en nog steeds onder het Bisdom Münster vallende- gebied van oorsprong rooms-katholiek. Deze drie stadsdelen worden sinds ca. 1975 steeds meer volgebouwd met woonwijken voor mensen met een bovengemiddeld inkomen en vermogen; arbeiderswijken zijn er niet te vinden. De gebieden rond en vooral ten zuiden van de Lippe zijn duidelijk meer onderdeel van het Ruhrgebied. Sinds de Reformatie (16e eeuw) zijn de evangelisch-luthersen hier de grootste groep christenen, hoewel er sinds de instroom van arbeiders van elders, die rond 1890 begon, ook veel katholieken, moslims en onkerkelijken wonen, en dit evangelische karakter goeddeels verdwenen is. De rooms-katholieken in dit deel van de gemeente vallen kerkelijk onder het aartsbisdom Paderborn. Er zijn hier woonwijken te vinden voor mijn- en fabrieksarbeiders, die banen hadden in de omliggende steden, zoals Dortmund en directe omgeving. In Lünen ligt bijvoorbeeld de arbeiderswijk Ziethenstraße welke nog stamt uit de tijd van de grootschalige mijnbouw eind 19e eeuw. Ook het wat ver westwaarts gelegen Brambauer is een echt oud mijnwerkersdorp met anno 2020 een uit vele etnische groepen bestaande bevolking.
Opvallend is, dat men te Lünen veel doet aan sportbeoefening, zelfs topsport, door 55-plussers. Vooral in de tennissport is dit opvallend; de stad heeft de reputatie, de beste tennisclub voor senioren van geheel Duitsland te hebben.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.