Ze werd geboren als Jeanne-Julie Regnault in het gezin van kantoorbediende Charles Ferdinand Regnault (1822-1882) en Marie Malvina Beck (1829-1887) (wasvrouw). Julia had een oudere broer Pierre Edouard (Parijs, 29 september 1853). Ze leerde het vak van hoedenmaakster en werkte in een atelier. In 1873 werd ze moeder van Henri Maurice Regnault; de biologische vader was onbekend. Op 26 november 1894 overleed haar zoon aan een ernstige ziekte.
Acteercarrière
1872: Op achttienjarige leeftijd ging ze naar het conservatorium bij François-Joseph Regnier.
1872: Ze won de tweede prijs voor komedie van het conservatorium, in oktober trad ze voor de eerste keer op in Vaudeville-theater in Parijs, in de rol van Vivette de l'Arlésienne. Ze veranderde haar (artiestennaam) in Julia Bartet, om verwarring te voorkomen met een bekende artieste Alice Regnault. Later ook in rollen van "le Péché Véniel" en "l'Oncle Sam".
1874: Ze speelde "Marguerite des Ganaches".
1875: Manon in "Manon Lescaut".
1876: "Panay Merson" in "Madame Caverlet" van Émile Augier, "Louise" in "Fromont Jeune" en "Risler Aîné" van Alphonse Daudet.
1879: Op 1 september trad zij in dienst bij de Comédie-Française, 16 februari 1880 debuteerde ze in "Daniël Rochat" een komedie in 5 bedrijven van Victorien Sardou.
1881: Op 1 januari werd zij lid van de Comédie-Française.
1908: In Londen trad ze het gehele seizoen op
1909: Ze speelde ook in drie korte films van André Calmettes.
In 1919 verliet ze het podium. Haar laatste rol bij de Comédie-Française was die van Bérénice in "L'Hérodienne" van Albert du Bois.
Schrijfster
Tijdens de Eerste Wereldoorlog schreef ze politieke teksten en transcribeerde ze gedichten van infanteriesoldaten, zoals "A la gloire de ceux qu'ils chantent", "A la gloire de ceux qui les ont chantés" en "Quelques poèmes de la guerre transcrits".
Later leven
Na haar theatercarrière raden Pascal Dagnan-Bouveret en Marcel André Baschet haar aan te gaan schilderen, ze nam les bij Antony Troncet. In de periode 1920-1938 maakte ze honderd schilderijen. Haar werk komt sporadisch voor op veilingen; ze schilderde realistisch voornamelijk bloemen en stillevens, o.a. "Nature morte aux fruits et carafe de vin", "Bouquet de roses et coffret en porcelaine sur un entablement".
Julia Bartet stierf in haar huis in Parijs op 18 november 1941 en werd begraven op de Cimetière de Passy in het graf bij haar in 1894 overleden zoon.
In 1905 werd ze als eerste actrice onderscheiden met Chevalier de la Légion d'honneur. Ze ontving in 1920 de onderscheiding Officier de la Légion d'honneur. Op 1 januari 1920 werd ze tot erelid van de Comédie-Française benoemd. Tijdens de haar aangeboden lunch op dinsdag 20 januari 1920 in het Continental Hotel was de Franse president Paul Deschanel aanwezig.