Loading AI tools
Fries stadhouder (1687–1711) Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Johan Willem Friso (Dessau, 4 augustus 1687 – Strijensas, 14 juli 1711) was vorst van Nassau-Dietz (1696-1711, vanaf 1702 Nassau-Oranje), prins van Oranje (1702-1711) en stadhouder van Friesland (1696-1711) en Groningen (1696-1711).
Johan Willem Friso | ||
---|---|---|
1687–1711 | ||
Vorst van Nassau-Dietz | ||
Periode | 1696–1711 | |
Voorganger | Hendrik Casimir II | |
Opvolger | Willem IV van Oranje-Nassau | |
Prins van Oranje | ||
Periode | 1702–1711 | |
Voorganger | Willem III van Oranje | |
Opvolger | Willem IV van Oranje-Nassau | |
(Erf)stadhouder van Friesland en Groningen | ||
Periode | 1707–1711 (Friesland) 1708–1711 (Groningen) | |
Voorganger | Hendrik Casimir II | |
Opvolger | Willem IV van Oranje-Nassau | |
Vader | Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz | |
Moeder | Henriëtte Amalia van Anhalt-Dessau | |
Dynastie | Nassau |
Johan Willem Friso was de tweede zoon en het derde kind van Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz en Henriëtte Amalia van Anhalt-Dessau. Zijn gouverneur was Johannes Lemonon, professor aan de Universiteit van Franeker.[1] Bij het overlijden van zijn vader in 1696 werd hij vorst van Nassau-Dietz en tot stadhouder benoemd van de gewesten Friesland en Groningen. Zijn moeder trad op als regentes tot 1707. Toen nam Johan Willem Friso de functie van stadhouder van Friesland daadwerkelijk op zich, en in 1708, toen hij meerderjarig werd, tevens het stadhouderschap van Groningen.
Johan Willem Friso was via zijn beide grootmoeders een afstammeling van de Vader des Vaderlands, Willem van Oranje. Zijn grootmoeders, Albertine Agnes en Henriëtte Catharina, waren zussen van elkaar, dochters van prins Frederik Hendrik van Oranje en kleindochters van Willem van Oranje.
Als enige erfgenaam van zijn achterneef stadhouder Willem III, die in 1702 overleed, erfde hij de titel prins van Oranje. Echter, direct na het openvallen van het testament, maakten ook de Fransman Frans Lodewijk van Bourbon-Conti en Willems neef Frederik I van Pruisen aanspraak op de titel prins van Oranje. In 1711 werd besloten de erfeniskwestie in Den Haag te bespreken.
Johan Willem Friso nam als generaal deel aan de Spaanse Successieoorlog. Bij de Slag bij Malplaquet op 11 september 1709 ontstond een misverstand tussen hem en de Britse commandant, John Churchill. Hierdoor verloren vele duizenden Nederlanders het leven in deze bloedige veldslag. De slag werd toch beslist in het voordeel van de geallieerden.
Johan Willem Friso erfde de buitenplaats in Oranjewoud, van zijn grootmoeder prinses Albertine Agnes van Nassau, en wilde hier een paleis neerzetten. Hij liet Daniël Marot het Paleis Oranjewoud ontwerpen, en in 1708 werd met de bouw begonnen. Na zijn dood ging zijn echtgenote, Maria Louise van Hessen-Kassel, verder met dit project.
Op 14 juli 1711 kwam Johan Willem Friso aan bij de Moerdijk. Hier wilde hij het Hollandsch Diep oversteken om zo naar Den Haag te kunnen, in verband met een bespreking met zijn rivaal, Frederik van Pruisen, over de erfenis van zijn achterneef koning-stadhouder Willem III. Het weer was goed, maar er leek een flinke bui op komst. De prins liet zijn boot bij een groter vaartuig aanleggen.
Om het zelf droog te houden, nam hij plaats in een klein vissersvaartuig waarop zijn koets verscheept stond. Toen de boot bijna de overkant bij Strijensas had bereikt, was de bui uitgebleven. De prins was inmiddels uit zijn koets gekomen. De schipper moest de zeilen nog even wenden en daarna kon het gezelschap aan land gaan. Echter, de zeilen weigerden en plots kwam er een flinke windvlaag aanzetten. Deze vulde het zeil en de boot helde over en schepte water. Alle opvarenden vielen overboord. Een persoon (Onno Boldewijn du Tour) wist zich aan de portierkruk van de koets vast te klemmen. Prins Johan Willem Friso klemde zich weer aan hem vast, maar kon hem niet vasthouden toen een golf hem meesleurde. De schipper zette tevergeefs een reddingsactie op touw; de jonge prins verdronk, evenals zijn kamerheer. De overige opvarenden konden wel worden gered.
Pas acht dagen na het ongeluk zag een schipper het lijk van de prins drijven, op ongeveer de plaats van het ongeluk nabij Strijensas. Op 25 februari 1712, ruim zeven maanden na zijn dood, werd Johan Willem Friso bijgezet in de grafkelder van de Friesche Nassaus in de Grote of Jacobijnerkerk te Leeuwarden.
Johan Willem Friso trouwde op 26 april 1709 te Kassel met Maria Louise van Hessen-Kassel (1688-1765), die via beide grootmoeders eveneens afstamde van Willem van Oranje. Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren:
Hoewel hij zelf slechts twee kinderen had, worden door succesvolle huwelijkspolitiek alle erfbare tronen in Europa bezet door afstammelingen van Johan Willem Friso.
Ronald de Graaf: Friso. Het tragische leven van Johan Willem Friso (1687-1711). 2021, Boom, Amsterdam. ISBN 9789024436767
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.