Jan Brasser (Uitgeest, 2 maart 1908 – Krommenie, 8 augustus 1991) was een Nederlands communist en verzetsman tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn schuilnaam in het verzet was Witte Ko. Hij was na de oorlog 27 jaar gemeenteraadslid in zijn woonplaats Krommenie.
Voor de oorlog
Brasser werd op 2 maart 1908 geboren als tweede in een gezin van 6 kinderen. Hij werkte eerst bij zijn vader in het bollenbedrijf, later onder meer in een betonfabriek, een bloemist en bij de aanleg van de spoorwegen. Vanaf 1932 was hij ongeveer 4 jaar werkloos. Hij was actief in het landelijk werklozenactiecomité, een aan de CPN verwante beweging.
Toen begin 1932 in Uitgeest een afdeling werd opgericht van de CPH werd Brasser meteen verkozen in het afdelingsbestuur. Via zijn zwager, de in de oorlog omgekomen verzetsstrijder Teunis Glijnis, werd Brasser lid van de CPN. In 1935 werd hij als lijsttrekker van de CPN met twee zetels (van de elf) verkozen in de gemeenteraad van Uitgeest. Dat bleef hij tot 1937.
Begin 1939 trad Brasser in dienst bij de Hoogovens in IJmuiden, waar hij 4 jaar lang zou werken als smelter in de Martinstaalfabriek, tot zijn verzetswerk hem in 1943 deed stoppen. Hij was lid van de Algemene Nederlandse Metaalbewerkersbond van de NVV en lid van de bedrijfsveiligheidscommissie van de staalfabriek.
Oorlogsjaren
Bij de Hoogovens werd Brasser betrokken bij het verzetswerk. Aanvankelijk met het verspreiden van illegale kranten en pamfletten en het ophalen van geld voor het solidariteitsfonds. Brasser speelde een rol bij de organisatie van de Februaristaking 1941 en de April-meistaking 1943 in de staalfabriek. Na de April-meistaking dook hij onder en ging op in het gewapend verzet.
De Mil-groep
Vanaf het voorjaar van 1941 was Brasser betrokken bij een lokale sabotagegroep van de CPN, de zogenaamde Mil-groep, die bij Hoogovens onder leiding stond van Daan Stapper. De groep pleegde onder meer industriële sabotage in de staalfabriek en brandstichting op Duitse legervoorraden op rangeerterreinen in Velsen en Beverwijk.
Na de arrestatie van Stapper op 17 mei 1943 nam Brasser de leiding van de groep op zich. Eén van zijn eerste daden was het bevrijden van Stapper uit de bewaakte afdeling van het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam, waar Stapper verpleegd werd.
Raad van verzet
De Mil-groepen van de CPN gingen vanaf het najaar 1943 op in de Raad van verzet (RVV). Brasser kreeg de leiding over de RVV-groepen in Noord-Holland ten noorden van het Noordzeekanaal. Samen met verzetsmensen als Hannie Schaft, Gerrit van der Veen en Jan Bonekamp organiseerde hij ook gewapende verzetsacties, die vaak plaatsvonden onder zijn leiding.
Nadat de RVV eind 1944 was opgegaan in de Binnenlandse Strijdkrachten werd Brasser commandant bij de Gewestelijke Sabotage Afdeling. Hoewel de nazi’s er veel aan hebben gedaan om hem op te pakken is dat nooit gelukt.
Een bekende actie van Brasser was de overval op het Wormerveerse gemeentehuis om te voorkomen dat werd ontdekt dat veel persoonsbewijzen waren verdonkeremaand. De burgemeester werd door Jan Bonekamp in een vloerkleed opgerold, het oude register werd verbrand en het actuele register werd meegenomen.
Brasser gaf ook opdracht aan Hannie Schaft en Jan Bonekamp om de Zaanse politieagent Willem Ragut, een medewerker van de Duitse Sicherheitsdienst, uit te schakelen. Ragut had al veel Nederlanders verraden. Schaft en Bonekamp voerden hun taak uit door Ragut in de Westzijde tegemoet te fietsen. Schaft loste het eerste schot, waardoor Ragut van de fiets viel, Bonekamp gaf hem het genadeschot maar pas nadat Ragut op hem geschoten had. Bonekamp werd gearresteerd en overleed diezelfde avond aan zijn verwondingen.
Na de oorlog
Wikiwand in your browser!
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.