Remove ads
filmgenre Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een horrorfilm, griezelfilm of gruwelfilm is een film waarin angst (Latijn: horror) het hoofdthema vormt. Horrorfilms vertonen vaak vaste patronen in stijl, setting, opbouw en boodschap en zijn daarom verder onder te verdelen in aparte subgenres. De vroegste horrorfilms werden sterk beïnvloed door de Duitse expressionistische cinema, zoals Das Cabinet des Dr. Caligari uit 1920 en Nosferatu, eine Symphonie des Grauens uit 1922.[1]Horrorfilms zijn vooral populair rond Halloween en worden dan vaak uitgezonden op TV. Ook zijn ze dan vaak te zien in bioscopen.
Horrorfilm | ||||
---|---|---|---|---|
Alternatieve term | Griezelfilm, gruwelfilm | |||
Opkomst | 1896- | |||
Eerste film | Le Manoir du diable | |||
Subgenres | Arthouse horrorfilm, kannibalenfilm, horrorkomedie, J-Horror, found footage, giallo, gorno, monsterfilm, slasher-film, splatterfilm, spookverhaal, psychologische horrorfilm, reli-horror, vampierfilm, weerwolvenfilm, zombiefilm, Eurohorror (Europese horrorfilms) | |||
Gerelateerd | Cultfilm, expressionistische film, exploitatiefilm, B-film, fantasyfilm, sciencefictionfilm, avonturenfilm, thriller | |||
(en) Genre-overzicht op IMDb | ||||
Categorie met een overzicht van films | ||||
|
De horrorfilm bestaat al sinds de begindagen van de filmindustrie. Zo speelde Georges Meliès reeds in 1896 de duivel als een vampiervleermuis in Le Manoir du Diable. De eerste verfilming van Frankenstein, geproduceerd door Thomas Edison, verscheen in 1910, en de weerwolf maakte op het witte doek zijn debuut in The Werewolf (1913). In de tijd van de stomme film experimenteerden vooral Duitse filmmakers al met enge situaties en thema’s. Een vaak in kringen van filmcritici gehoord argument is echter dat er voor de jaren 1930 geen echt horrorgenre bestond.[2] De start van het genre leggen zij pas bij Frankenstein (1931), de verfilming van de klassieke gothic novel van Mary Shelley, en bij Dracula, datzelfde jaar door Universal met Valentijnsdag uitgebracht. Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden nieuwe genres die inspeelden op onder andere de angst voor een kernoorlog en bovennatuurlijke zaken zoals demonische bezetenheid.
In de jaren 50 en 60 was horror vooral een genre van B-films, waarin het genre soms werd vermengd met andere genres zoals sciencefiction en fantasy. Naarmate budgets groter en effecten beter werden, groeide de horrorfilm echter uit tot een serieus filmgenre.
Horrorfilms volgen vaak een aantal vaste patronen en formules. Een aantal van deze cliché- of formuleverschijnselen werden benoemd in de 'slimme' horrorfilms Funny Games en Scream (1996). Het personage Randy uit de Scream-films onderwijst zijn vrienden tijdens de films zelf over dergelijke regels van de horrorfilms:
De belangrijkste subgenres van horror zijn:[bron?]
Kenmerkend is (meestal) dat een of enkele seriemoordenaars het principe van de 'Tien kleine negertjes' volgt. Dat wil zeggen dat de film begint met een groep personages die langzaam uitgedund wordt door de antagonist. Dit type films heeft geregeld ettelijke sequels. Voorbeelden zijn Psycho, Black Christmas, Scream en I Know What You Did Last Summer.
Een genre grotendeels gelijk aan Slasher, alleen ligt de nadruk in deze films minder op het creëren van angst en meer op het geweld en bloedvergieten.
Eveneens een uitgebreid genre waarvan een groot deel veel kenmerken van de slasherfilm bezit, maar waarbij de moordenaar dan een monster of bovennatuurlijk wezen is. Dit genre kan weer worden opgesplitst in onder andere vampierfilms, weerwolvenfilms, mummiefilms en reeksen met andere bovennatuurlijke creaties. Voorbeelden zijn Bram Stoker's Dracula, Interview with the Vampire, The Mummy, maar ook Friday the 13th, Halloween, A Nightmare on Elm Street en It.
Vaak realistisch gebrachte films over menseneters, soms in documentaire-stijl. Voorbeelden zijn Cannibal Holocaust en The Texas Chain Saw Massacre, maar ook subtielere, minder op shock gerichte titels als The Silence of the Lambs. Sommige regisseurs specialiseerden zich in dit subgenre, zoals Ruggero Deodato.
Horrorfilms met vaak grote hordes levende doden, die een klein groepje zich al dan niet op één plaats verschuilende mensen belegeren. Denk aan Dawn of the Dead van George A. Romero, 28 Days Later..., Resident Evil en the Walking Dead.
Hierin worden de hoofdpersonages doorgaans lastiggevallen door een (of meerdere) bovennatuurlijke, ontastbare entiteit. Soms doordat ze daardoor achtervolgd worden, maar vaak ook doordat de geest of het spook een verbinding heeft met een bepaald voorwerp in het leven van de personages. Spookhuizen komen bijvoorbeeld regelmatig voor. Voorbeelden van spookverhalen zijn Poltergeist en House on Haunted Hill.
Een deel van de horrorfilms is gebaseerd op religieuze geloofsovertuigingen. Regelmatig voorkomende onderwerpen hierin zijn Satan (of zijn zoon) die op Aarde komt of dreigt te komen, een antagonist die probeert de eindtijd te ontketenen of een personage dat kampt met bezetenheid door de duivel of een demon. Ook films waarin een geloof als voodoo voorkomt, kan tot het genre gerekend worden. Voorbeelden van christelijke reli-horror zijn The Exorcist, The Omen, Rosemary's Baby en The Seventh Sign. Voorbeelden van Joodse reli-horror zijn The Unborn en The Possession. Een voorbeeld van islamitische reli-horror is Semum. Voodoo komt voor in onder meer The Skeleton Key en Jessabelle.
Exploitatiehorror is een subgenre horrorfilms dat, meer dan op een verhaal of schrikmomenten, mikt op het zo plastisch mogelijk in beeld brengen van geweld en verminking. Denk hierbij aan grote hoeveelheden bloed die in beeld vrijkomen, ogen die doorstoken worden of andere sadistische praktijken die expliciet in beeld gebracht worden. Het exploitatiegenre vierde vooral hoogtij in de jaren zeventig en de vroege jaren tachtig van de 20e eeuw. De Italiaanse regisseurs Lucio Fulci en Dario Argento werden grote namen binnen het genre.
Het genre leefde begin 21e eeuw opnieuw op, toen titels als Saw en Hostel aansloegen én ook publiek naar reguliere bioscopen kreeg. De binnen- en buitenlandse media verwijzen geregeld naar het genre met de term martelporno of kortweg gorno (afkorting van de Engelse term: 'gore porno'). Een van de beruchtere namen in dit subgenre is Ôdishon (Audition) van Takashi Miike. De aanwezigheid van het woord 'porno' in de bijnaam martelporno duidt niet op de aanwezigheid van (hardcore) seksuele handelingen in deze categorie films.
Zie ook exploitatiefilm.
In het subgenre 'found footage' staan gebeurtenissen centraal die zijn vastgelegd op (zogenaamd) gevonden beeldmateriaal. De kijker of personages die de found footage bekijken, zien daarop gebeurtenissen die eerdere personages filmden. Deze personages zijn meestal niet meer in leven of spoorloos verdwenen. De reden daarvoor wordt gaandeweg een dergelijke film duidelijk middels de found footage. Voorbeelden van dit subgenre zijn Cannibal Holocaust, The Blair Witch Project, [REC], Paranormal Activity en Grave Encounters.
Films die vaak meer grappig dan eng zijn. Een aantal horrorfilms mikt al bij het uitbrengen meer op een cultstatus of op een comedy-publiek, dan dat het een poging doet angstwekkend te zijn. Geregeld komt het voor dat deze films met een erg laag budget worden geschoten en daar ook naar uitzien (niet te verwarren met films met een laag budget die vanwege de lage productiekosten lachwekkend worden zónder dat dat de bedoeling is). Dit is niet altijd geval, want ook films met voldoende budget mikken soms met hun inhoudskeuze met name op een cult- of campstatus. Voorbeelden van dit subgenre zijn Evil Aliens, Monster Man en Zombieland.
Films waarbij de beleving centraal staat. Doorgaans zijn dit bij het grote publiek vrij onbekende films, maar sommige hebben ondertussen een cultstatus verworven. Voorbeelden zijn Eraserhead en Tetsuo: The Iron Man. De elementen die in deze films de horror verzorgen, wijken doorgaans sterk af van die in reguliere horrorfilms.
Psychologische horror schurkt aan tegen het genre van de psychologische thriller. Er gebeurt niets bovennatuurlijks in de wereld van de personages. De spanning en/of gruwel is vooral afhankelijk van suggestie, sfeer en geestelijke aftakeling en minder van expliciete beelden. De expliciete beelden die wel gebruikt worden, blijven doorgaans realistisch. Voorbeelden zijn Repulsion en Black Swan.
Bepaalde kleinere stromingen binnen de filmtak van de horror kregen na verloop van tijd een zodanige groep trouwe kijkers, dat ze opzichzelfstaand een cult 'minigenre' werden. Voorbeelden hiervan zijn:
Een aantal horrorfilms kreeg in de loop erkenning vanwege (bijvoorbeeld) een bepaald meesterschap van de maker(s) daarin, als mijlpaal, als uithangbord van een bepaalde trend, een cultstatus of door een consensus over de geslaagde angstwekkendheid ervan. Voorbeelden hiervan zijn:[bron?]
In Azië is er een vergelijkbare geschiedenis qua lengte van de historie van de horrorfilm als Europa en de Verenigde Staten. Niettemin waren Aziatische producties begin 21e eeuw ineens verantwoordelijk voor de opkomst van een populaire stroom horrorfilms in het westen. Daarbij gaat het zowel om de Japanse, Koreaanse, Chinese etc. producten zelf, als om een reeks Amerikaanse remakes daarvan.
Het relatief breedgedragen westerse succes van de J-Horror-films begon in principe in 2002 met het uitkomen van The Ring, een westerse remake van Ringu. In het spoor daarvan volgden remakes van Japanse films zoals onder andere Dark Water en Ju-on. Een aanzienlijk percentage van de J-Horror-films heeft kleine meisjes met lange zwarte haren, grote (vaak bloederige) ogen en water als vaste ingrediënten. Een ander deel bestaat uit experimentele, in het Westen weinig tot niet voorkomende, verhalen en verhaalstructuren. Een bekende naam in de laatste subcategorie is Takashi Miike, die met name probeert de grenzen van het choqueren op te rekken.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.