Loading AI tools
toestand van honger, vaak in relatie tot een heel volk, land of streek Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hongersnood is een toestand van honger, meestal bedoeld als begrip om te verwoorden dat een heel volk, land of streek in honger verkeert als gevolg van voedselschaarste, maar het kan ook voor een toestand van honger voor een individu worden gebruikt (hij verkeert in hongersnood). Hongersnood moet niet worden verward met ondervoeding, een toestand waarbij men wel voldoende te eten heeft om de honger te stillen, maar als gevolg van bijvoorbeeld een te eenzijdige voeding een tekort krijgt aan essentiële voedingsstoffen.
Mogelijke oorzaken van hongersnood zijn natuurlijke oorzaken (slechte oogst door extreme weersomstandigheden, plantenziekte of ernstige aantasting door massaal optreden van plaagdieren), armoede, oorlog, een belegering of een bewuste politiek van uithongering. Voedsel behoort tot de belangrijkste, lichamelijke basisbehoeften die het fundament vormen onder de piramide van Maslow. Gebrek aan een basisbehoefte als voedsel kan al op een termijn van enkele maanden leiden tot een ernstige en langdurige maatschappelijke ontwrichting.
Hoewel men kan spreken van hongersnood bij elke 'wijdverspreide honger als gevolg van voedselschaarste', wordt volgens de Verenigde Naties pas een hongersnood uitgeroepen als aan bepaalde criteria is voldaan.
De betrokken organisaties van de Verenigde Naties (Voedsel- en Landbouworganisatie – FAO en het Wereldvoedselprogramma – WFP) hanteren sedert 2008 een indeling van voedseltekorten in vijf stadia: voedselzekerheid, matige voedselonzekerheid, acute crisis van voedings- en levensmiddelen, humanitaire noodsituatie en hongersnood/catastrofe.[1] Criteria voor deze laatste situatie zijn dan:[2]
Toch is er ondanks deze classificatie geen algemene overeenstemming over de gebruikte terminologie.[2] De Integrated Food Security Phase Classification (IPC), die een evidence based rangschikking van voedseltekorten nastreeft, tracht een houvast te bieden voor internationale interventies en humanitair beleid. De IPC-classificatie kwam tot stand door samenwerking tussen overheidsorganisaties en humanitaire NGO's.[3]
Het uitroepen van een hongersnood is normaal de bevoegdheid van de nationale regering. Is deze daar niet toe in staat vanwege het ontbreken van centraal gezag, dan kan de VN tussenbeide komen.[2] Een verklaring van de VN in die zin brengt geen bindende verplichtingen mee voor de VN of haar lidstaten, maar dient vooral om de aandacht van de hele wereld te vestigen op een acuut probleem.[4]
De regelmatig optredende tekorten aan voedsel werden sinds de neolithische revolutie en latere landbouwrevoluties, voor een steeds groter deel door technologische en maatschappelijke ontwikkelingen bepaald. De laatste hongersnood in Nederland betrof de hongerwinter in het westen van Nederland, kort voor het einde van de Tweede Wereldoorlog. België en een aantal andere West-Europese landen kregen tijdens de Eerste Wereldoorlog en het interbellum met ernstige voedseltekorten en hongersnood te kampen.
Door de mechanisatie van de landbouw, het beter bemesten van landbouwgrond en de voortgang van de industrialisatie steeg de voedselproductie. Voor het begin van de twintigste eeuw kon in grote delen van Europa voldoende voedsel geproduceerd worden om de plaatselijke bevolking gedurende het hele jaar te voeden. Tijdens de latere fasen van de industriële revolutie werd het gebruik van kunstmest en pesticiden in de landbouw geïntroduceerd, en werden landbouwmachines verder ontwikkeld, waardoor de productie binnen de agrarische sector verder steeg. De consumptie en export van landbouwproducten nam toe waardoor de economie groeide. In grote delen van Azië leken de voedselproblemen sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw, dankzij de groene revolutie, opgelost te zijn.
Helaas groeien economieen sinds de groene revolutie niet overal door tot in het economische paradijs. Op een gegeven moment kunnen concurrentie en conflicterende economische en geopolitieke belangen, een steeds grotere rol gaan spelen. Door handelsoorlogen of gewapende conflicten kunnen opnieuw voedseltekorten ontstaan. Dat oplossingen uit het verleden geen garanties voor de toekomst bieden, dat hebben de gebeurtenissen tijdens de wereldwijde voedselcrisis uit 2006 en 2007, de "Arabische Lente" en de voedselrellen in Caracas in de zomer van 2016, laten zien.
In westerse landen wordt vaak vergeten dat een groot deel van de bevolking in ontwikkelingslanden noodgedwongen "vegetariër" of "veganist" is. In Centraal-Azië, het Midden-Oosten en in Noord-Afrikaanse landen heerst onder een substantieel deel van de bevolking een permanente, kwalitatieve honger. Deze mensenmassa's eten hoofdzakelijk droog brood omdat het simpelste broodje gezond voor hen te duur is. Bij kleine prijsstijgingen krijgen de lagere sociale klassen in ontwikkelingslanden al met honger te maken, zoals de afbeeldingen rechts laten zien. Daardoor kan ernstige sociale onrust ontstaan, zoals tijdens het broodoproer in Egypte in 1977 en het broodoproer in Tunesië in 2010.
Door de geschiedenis heen zijn er talloze hongersnoden geweest; de grootste en bekendste zijn hieronder opgesomd.
In West-Europa kwamen hongersnoden tot laat in de 19e eeuw regelmatig voor:
Na de relatief rustige belle époque was West-Europa nog niet van de gesel van de honger verlost. De hongersnoden die, samen met hun sociale en politieke context, niet onvermeld mogen blijven zijn:
De grootste hongersnood in de Volksrepubliek China en wellicht in de hele wereldgeschiedenis werd veroorzaakt door de Grote Sprong Voorwaarts tussen 1959 en 1961. De schattingen lopen uiteen van 30 tot 43 miljoen dodelijke slachtoffers.
Honger komt in Afrika tot op de dag van vandaag op grote schaal voor. Een klein overzicht van de laatste decennia:
Honger in Afrika is in twintig jaar substantieel verminderd in de steden. Het komt nu vooral nog veel voor op het platteland, verder weg van de grote steden. De meeste hongerige Afrikanen wonen in de buurt van goede of redelijke landbouwgrond. Die ligt echter meestal grotendeels braak. Daardoor blijven haar bewoners straatarm. Die armoede veroorzaakt de honger. Doordat het landbouwsysteem wereldwijd is gekoppeld aan de geldeconomie, is het voor kleinschalige boeren moeilijk een bestaan op te bouwen. Een gebrek aan kennis leidt vaak tot te lage opbrengsten op het platteland, zeker nu het klimaat steeds minder betrouwbaar is. De meeste honger in Afrika is dus economisch van karakter. Er zijn twee primaire redenen: Landbouwgrond in Afrika is op veel plaatsen sterk gemonopoliseerd. En Afrika's armste mensen hebben geen afzetmarkten doordat de rijkeren en de stedelingen vooral veel importvoedsel eten. En dat komt weer doordat de rijke landen, met name Europa en de VS nog immer een landbouwpolitiek voeren die gericht is op het beschermen van eigen boeren, en het veroveren van markten elders. Vooral de fytosanitaire regels werken zeer belemmerend tegen export van de producten van arme boeren in Afrika.[bron?] Daardoor kan Afrika maar een fractie exporteren van wat haar kleine boeren kunnen produceren.[bron?] De markten die er wel zijn, worden grotendeels bediend door grootschalige landbouw.
De theorie hierachter werd bekend door het werk van nobelprijswinnaar Amartya Sen: Honger ontstaat bijna altijd doordat mensen geen mogelijkheid hebben om aan de economie deel te nemen. Maar lang werd, ook door Sen zelf, betwijfeld of deze theorie ook in Afrika opging. Het stijgen van de wereldvoedselprijzen in 2008 heeft hierover duidelijkheid gebracht. Volgens de tegenstanders van deze theorie zou dit tot een grote toename van de honger en ondervoeding in Afrika hebben moeten leiden. Echter, het tegendeel gebeurde. Daarmee is aannemelijk gemaakt dat de hongerigen in Afrika veelal snel kunnen overschakelen van consumeren naar produceren, zodra er een markt voor hun producten is.
Deze theorie wordt ook bevestigd door de perikelen van Zimbabwe: Door het onteigenen van grootgrondbezitters is de export sterk verminderd en is de stedelijke bevolking minder rijk en iets hongeriger geworden. Op het platteland was er echter een significant positief effect.[bron?] Zowel door het verdelen van grootgrondbezit onder kleine boeren, als door het beschikbaar komen van kleinschalige markten, is de honger op het platteland in grote lijnen sterk verminderd ten opzichte van de periode van het grootgrondbezit.
Door het droge weer mislukken de oogsten. Voor veel mensen dreigt hongersnood. Alleen rijke mensen kunnen nog voedsel kopen. Arme mensen moeten hun bezittingen en hun vee verkopen om aan geld te komen voor voedsel. Soms kunnen ze niet aan voedsel komen en eten ze het zaaigoed op, waardoor er geen volgende oogst is. Echter, doordat in de drogere delen van Afrika relatief weinig mensen wonen en er meestal veel grond braak ligt, is juist daar vaak het grootste potentieel om extra voedsel te verbouwen in jaren dat het wel goed regent. Dan zouden mensen makkelijker uit eigen spaarpot een droog jaar kunnen overleven. Dat dit niet lukt komt meestal door economische of politieke redenen.
Sedert 1999[10] publiceert de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) The State of Food Insecurity in the World, met een globaal overzicht van de voedselsituatie in de wereld. In de editie 2015 wordt bevestigd dat de dodentol van hongersnood vaak veel hoger ligt dan die van militaire confrontaties.[11]
In voedselarme tijden baren vrouwen meer meisjes dan jongens, zo gebeurde ook bij de Grote Sprong Voorwaarts. Het steunt de hypothese dat diersoorten, en dus de mens, het geslacht van hun jongen aanpassen aan de omstandigheden. Bij ondervoeding planten mannetjes zich minder makkelijk voort dan wijfjes, zodat een populatie er baat bij heeft vrouwelijk nageslacht te bevoordelen. Hoe dat gaat, is onbekend.[12]
De Global Hunger Index (GHI) berekent jaarlijks de honger wereldwijd, maar ook per regio en per land. De GHI berekent het aandeel van de ondervoede bevolking (te lage calorie-opname), en afzonderlijk het aandeel ondervoede kinderen jonger dan vijf jaar. De cijfers zijn veelal afkomstig van de FAO, de UN Inter-agency Group for Child Mortality Estimation (UN IGME),[13] UNICEF, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), en de Wereldbank.
De Index wordt elk jaar in oktober gepubliceerd; tussentijds verschijnen ook aanverwante rapporten. Uitgevers waren in 2019 Deutsche Welthungerhilfe e.V.[14] en het Ierse Concern Worldwide.[15]
Dit rapport wordt gefaciliteerd door het Food Security Information Network (FSIN), een samenwerking van een groot aantal internationale, regionale en nationale agentschappen en experten, onder de koepel van het Wereldvoedselprogramma. Het rapport verschijnt jaarlijks. In april 2020 werd de editie 2020 gepubliceerd.[16]
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.