Hannie Rouweler werd geboren in een rooms-katholiek gezin in het overwegend protestantse Goor. Haar eerste dichtpogingen gaan terug tot haar vijftiende levensjaar, maar ze was al een eind in de dertig toen in 1988 haar debuutbundel Regendruppels op het water verscheen. Daarna volgden de bundels elkaar snel op. Bovendien stelde Rouweler enkele poëziebloemlezingen samen. Gedichten zijn in ruim dertig talen vertaald. Enkele vertalingen verschenen bij buitenlandse universiteitsuitgeverijen, de overige bij Demer Press. Ze woonde diverse poëziefestivals bij.
Rouweler woonde langere tijd in Amsterdam, Enschede, Den Haag, Bloemendaal (Overveen), op het platteland in Groningen, en opnieuw in Twente, Goor. Ook verbleef ze enkele jaren in het buitenland (o.a. Israël, Verenigde Staten, Spanje). In 1981 kreeg ze een dochter, geboren in Amsterdam. Ze woonde van 2004 tot 2012 in België. In 2008 richtte ze Demer Uitgeverij op. Sinds eind 2012 woont ze weer in Nederland.
Regendruppels op het water (De Beuk, Amsterdam, 1988)
Langs de vloedlijn (De Beuk, Amsterdam, 1989)
Onder een glasplaat (De Beuk, Amsterdam, 1990)
Langs de Rand (Facet, Antwerpen, 1990)
Steen en huid (De Horizon, Hoorn, 1992)
Reiziger naar het woord (Holmsterland, Groningen, 1993)
Rivieren en Ravijnen (Holmsterland, Groningen, 1995)
Ankerplaats (Zevenslapers, Antwerpen/Sibiu, 1995)
Tekens van tijd (Holmsterland, Groningen, 1996)
Bewegingen (P, Leuven, 1997)
In de branding van de dag (Passage, Groningen, 1999)