Loading AI tools
Joodse religieuze stroming, politieke partij en sociale beweging (140 - 37 v.Chr.) Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
De farizeeën (Hebreeuws: פְּרוּשִׁים, pĕrûšîm, meervoud van פָּרוּשׁ, pārûš, “apart gezet” (van het werkwoord פָּרָשׁ, pārāš), Koinè: φαρισαῖος, -ου pharisaios, Latijn: pharisæus, -i) – enkelvoud: farizeeër – was een Joodse religieuze stroming, politieke partij en sociale beweging[1] gedurende de periode van de Tweede Tempel vanaf de periode van de dynastie van de Hasmoneeën (140 - 37 v.Chr.) tijdens het ontstaan van de Makkabeese opstand.
Hoewel sommige priesters farizeeër waren, bestond de partij hoofdzakelijk uit leken. Weinig farizeeën waren sociaal of financieel belangrijk. Ze waren scherpzinnige interpreten van de (mozaïsche) wet en hielden zich hier behoorlijk streng aan. Ze hadden ook specifieke tradities, waarvan sommige de wet strenger maakten, andere de wet juist afzwakten. Ze geloofden in de opstanding. Hun houding tegenover Herodes, de Herodianen en Rome is moeilijk vast te stellen en was waarschijnlijk niet eenduidig.[2] Flavius Josephus schreef dat er ten tijde van Herodes ongeveer 6000 farizeeën waren.[3]
Conflicten tussen de farizeeën en sadduceeën vonden plaats in de context van veel bredere en langduriger sociale en religieuze conflicten onder Joden en gingen terug tot aan de Babylonische ballingschap en werden versterkt door de verovering van Judea door de Romeinen. De belangrijkste onderwerpen van dit conflict waren:
Nadat het koningshuis van de Hasmoneeën ook het hogepriesterschap op zich had genomen en naarmate de Hasmonese koningen zich meer en meer inlieten met het hellenisme, keerden de farizeeën zich steeds meer tegen hen. Onder koning Alexander Janneüs (104-78 v.Chr.) leidde dit tot heftige confrontaties en vervolging van de farizeeën. Alexanders opvolgster Salome Alexandra (78-69 v.Chr.) begunstigde hen echter en gaf hen zelfs een plaats in het sanhedrin. Hoewel hun politieke macht nooit zo groot is geweest als die van de sadduceeën, de partij van de elite, waren de farizeeën bij uitstek degenen die de publieke opinie konden beïnvloeden.
In het sanhedrin te Jeruzalem, het hoogste rechtscollege (dat overigens ook een politieke functie had, een soort volksvertegenwoordiging), bezetten de farizeeën de minste zetels. Zij waren vaak in conflict met de sadduceeën (Handelingen 23:7-10) en de aanhangers van Herodes (Herodianen).
Hun verhouding tot de Romeinen was afwijzend, maar ging niet zover als de Essenen en Therapeutae (terugtrekken uit de wereld en kloosters stichten) en de Zeloten en Sicariërs (gewapende guerrillastrijd).
De farizeeën speelden een grote rol bij de Joodse Opstand tegen het Romeinse gezag (70 n.Chr.). Met succes wisten zij de Romeinen tijdelijk uit Jeruzalem te verdrijven. Een van de farizese leiders, Flavius Josephus, die gevangen werd genomen door de Romeinen, werd later een geschiedschrijver, die ons het een en ander over de farizeeën meldt in zijn boeken.
Na de Joodse Opstand verdween de partij van de sadduceeën, maar de farizeeën bleven bestaan en bewaarden het joodse erfgoed en de joodse godsdienst. Hun leer komt sindsdien naar voren in de Talmoed.
De farizeeën hielden zich strikt aan de joodse wetgeving zoals neergeschreven staat in de eerste vijf boeken van de (Hebreeuwse) Bijbel. Daarnaast hielden zij zich aan de mondelinge overlevering (uiteindelijk verzameld in de Misjna). Ze geloofden dat een vroom leven en een strikte navolging van de Wet de mens dichter bij God zou brengen. De farizeeën zagen het als hun taak de gewone mensen te bereiken en om hun kennis aan hen over te dragen. De farizeeën waren bij uitstek een groep die zich identificeerde met het 'gewone volk', dit in tegenstelling tot de verhelleniseerde (vergriekste) sadduceeën, de partij van de hogepriesters en overpriesters. De farizeeën zelf kwamen voort uit leken en priesters. Onder hen waren misschien ook wel aristocraten die de leer van de sadduceeën afwezen.
De farizeeën geloofden in tegenstelling tot de sadduceeën in engelen, geesten (Handelingen 23:8), de opstanding uit de dood en het Laatste Oordeel (Matteüs 22:23 en Handelingen 23:8). Desondanks weten we niet zoveel van hen. Hoewel niet-hellenistisch, bespeurt men toch ook niet-joodse elementen in hun leer, met name wat astrologie. Hoewel aanhangers van de voorzienigheid Gods, geloofden zij wel in de vrije keuzes die de mens in zijn/haar leven moest maken. Hun leer was consequent, hun opvattingen voor die tijd progressief. Hierbij moet er rekening worden gehouden dat er onder de farizeeën diverse richtingen bestonden, van liberaal tot conservatief (zo was Gamaliël, die Paulus had onderwezen, een leider van de liberale richting binnen de farizeeën).
De farizeeën komen meerdere malen voor in het Nieuwe Testament, zowel in de Evangeliën als in Handelingen en in de Brief aan de Galaten. In Matteüs komen de farizeeën negatief over, als extreem wettisch. Dit moet men in de tijd plaatsen, de breuk tussen christendom en jodendom was reeds voltrokken in de gemeente waar de schrijver van het Matteüs-evangelie lid van was. In Lucas komen de farizeeën sympathieker over: ze nodigen Jezus bij hen thuis uit (Lucas 7:36-50) en waarschuwen hem voor de herodianen (Lucas 13:32-33). In het Evangelie volgens Johannes gaat Jezus in debat met Nicodemus, een overste van de joden, die later zijn aanhanger wordt (Johannes 3:1-21; 7:45-52; 19:39).
In het boek Handelingen speelt Paulus, een farizeeër, een hoofdrol. Paulus krijgt tijdens een zitting van het sanhedrin bijval van de farizeeën omtrent de opstanding van de doden, waar de sadduceeën niet in geloofden (Handelingen 23:6-7). De farizeeën vinden dat Paulus niet vervolgd moet worden omdat hij niets zegt wat in strijd is met de joodse godsdienst (Handelingen 23:9). Paulus noemt zich niet alleen een zoon van een farizeeër, maar ook meldt hij dat hij een farizeeër is (Handelingen 23:6). Paulus gaat echter in tegen het wetticisme, wat vooral duidelijk wordt in Galaten.
In Handelingen 15:5 wordt melding gemaakt van farizeeën die christen zijn geworden.
De term farizeeër wordt in het hedendaags taalgebruik vooral gebruikt voor een schijnheilige of huichelaar. Het kan ook duiden op iemand die naar de letter en niet naar de geest van een wet of (religieus) voorschrift interpreteert, leeft of voorschrijft. Dit gaat terug op wat Jezus op verscheidene plaatsen (Matteüs 6, 23, Lucas 12) gezegd heeft over de huichelachtigheid der farizeeërs.[4]
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.