Dulcken, ook Dülcken, was in de 18e en 19e eeuw een familie van Vlaams-Nederlandse klavecimbel- en orgelbouwers van Duitse origine.
Joannes Daniel Dulcken (21 april 1706 – 11 april 1757)
Dulcken werd geboren in Wingeshausen in Westfalen. Hij was in 1736 in Maastricht en vertrok vervolgens in 1738 met zijn vrouw Susanna Maria Knopffell en zoons naar Antwerpen. In 1750 reisde hij naar Engeland om twee van zijn klavecimbels te verkopen. Hij overleed in Antwerpen en liet in zijn testament zijn materiaal voor de instrumentenbouw na aan zijn zoon Joannes. Dulcken maakte klavecimbels met enkele en dubbele manualen die vaak een strekking hadden van vijf octaven en drie registers: twee 8' en één 4'. Het klankblad decoreerde hij met bloemen en zijn initialen kerfde hij in de roos. Ongeveer tien klavecimbels van zijn hand werden overgeleverd.
Johan Lodewijk Dulcken (1733 – na 1793)
Hij was de oudste zoon van Joannes Daniel en werd geboren in Maastricht. Hij leerde het vak van zijn vader en vertrok in 1755 naar Amsterdam. Hier zijn vermeldingen overgebleven van hem als orgelbouwer. In 1783 bouwde hij piano's in Parijs en werkte hij onder de Franstalige naam Louis Dulcken.
Joannes Dulcken (10 september 1742 – 22 juli 1775)
Hij werd geboren in Antwerpen en was de zoon van Joannes Daniel. Na zijn vaders dood, vertrok hij in 1764 met zijn moeder, zus en zwager naar Brussel. Hier bouwde hij klavecimbels. In 1771 vertrok hij naar Amsterdam en vier jaar later overleed hij in Den Haag.
Johan Lodewijk Dulcken (9 augustus 1761 – na 1835)
Hij werd geboren in Amsterdam en werd vernoemd naar zijn vader. Deze Dulcken-telg was eveneens instrumentenbouwer en kwam in 1781 in dienst als 'Mechanischer Hofklaviermacher' in München. Hier woonde hij nog in 1835; latere vermeldingen zijn niet bekend. Hij is de schoonvader van de pianiste Sophie Dulcken.