Remove ads
componist uit Oostenrijk (1843–1922) Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Carl Michael Ziehrer (Wenen, 2 mei 1843 – aldaar, 14 november 1922) was een Oostenrijks componist en dirigent. Hij was de laatste K.u.K. Hofballmusikdirektor.
Carl Michael Ziehrer | ||||
---|---|---|---|---|
Carl Michael Ziehrer in 1896 | ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Carl Michael Ziehrer | |||
Geboren | 2 mei 1843 | |||
Geboorteplaats | Wenen | |||
Overleden | 14 november 1922 | |||
Overlijdensplaats | Wenen | |||
Land | Oostenrijk | |||
Werk | ||||
Genre(s) | Klassiek | |||
Beroep | Componist, dirigent | |||
(en) Discogs-profiel (en) IMDb-profiel (en) MusicBrainz-profiel | ||||
|
Ziehrer leerde eerst bij zijn vader het beroep als hoedenmaker. Hij speelde ook piano, waarvoor hij bij Simon Sechter muziekles kreeg, en schreef op 19-jarige leeftijd zijn eerste kleine composities. De muziekuitgever Carl Haslinger, die ook vele walsen van Johann Strauss had gepubliceerd, had veel vertrouwen in Ziehrer en publiceerde ook diens werken. Haslinger stelde Ziehrer voor aan goede leraren voor orkestdirectie en compositie, onder andere professor Emmerich Hasel, en steunde Ziehrer ook in andere zaken. Zo kon Ziehrer op 21 november 1863 het eerste concert in de Dianabadzaal in Wenen met een nieuw opgericht orkest dirigeren. Kort daarna werd hij kapelmeester van een militair muziekkorps in Wenen.
In 1865 engageerde het Weense tuinbouwgezelschap voor de bloemenzalen, waar hij als zogenoemde Ballregent werkzaam was en meerdere nieuwe composities van hem in première gingen. Hij werd in november 1867 benoemd tot kapelmeester van het arbeiders-opleidingsproject. Bij de jaarwisseling van 1868/1869 was de militaire kapel van het Infanterie-Regiment Nr. 55 van Generalmajor Leopold Graf Gondrecourt, dat naar Wenen verplaatst was, op zoek naar een nieuwe dirigent. Niemand was daarvoor beter geschikt dan Ziehrer. Toen speelde hij met zijn militaire kapel in dezelfde locaties dansmuziek als tevoren met zijn civiele orkest. In 1870 kreeg hij zijn eerste eigen orkest en tijdens de Wereldtentoonstelling van 1873 had hij opnieuw een eigen groot orkest; in deze tijd was hij ook uitgever van de Deutsche Musikzeitung. Toen wisselde hij ook van uitgever en publiceerde voortaan bij Doblinger. In 1873 werd hij opnieuw militair kapelmeester, nu bij de kapel van het West-Hongaarse Infanterie Regiment Nr. 76 van Franz Freiherr von John, in Eisenstadt.
Voor een korte tijd was hij in Berlijn werkzaam en leerde daar ook zijn latere echtgenote Marianne Edelmann, een goede operettezangeres, kennen.
In 1885 werd hij opnieuw militair kapelmeester van de kapel van het Weense huisregiment, de Hoch- und Deutschmeister Nr. 4. Met deze militaire kapel kreeg hij de doorbraak, die tevens het eind aankondigde van de era van de Strauss-dynastie, en hij reisde door Oost-Europa en naar vele steden in Duitsland. Deze concertreizen waren zeer succesvol, hij werd een efficiënt dirigent en zij brachten hem een grote reputatie. Hij ging met zijn kapel ook naar de Wereldtentoonstelling van 1893 in Chicago. Ook deze reis werd een groot succes. Bij terugkomst werd hij als kapelmeester ontslagen, omdat hij te laat van vakantie terugkwam.
Maar hij werkte hard als componist en dirigent. In deze tijd schreef hij onder andere de walsen Wiener Mad'ln, op. 388 en Wiener Bürger, op. 419. Ook zijn operettes kwamen vast op de programma's van de operettehuizen. Ziehrer werd de lieveling van het Weense publiek.
Het hoogtepunt van zijn carrière was ongetwijfeld de benoeming tot Hofballmusikdirektor in 1907. Hij was na Johann Strauss (vader), Johann Strauss (Sohn) en Eduard Strauß de vierde en laatste met deze titel. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verloor hij zijn hele vermogen en hij leefde de laatste jaren in armoede.
Als componist schreef hij rond 600 dansen en marsen en 22 operettes. Als militaire kapelmeester was hij dirigent van de kapellen van het Infanterie Regiment Nr. 55 te Wenen, van het Infanterie Regiment Freiherr von John Nr. 76 en van het befaamde Infanterieregiment Hoch- und Deutschmeister Nr. 4 te Wenen. Voor het Infanterieregiment Nr. 55 schreef hij de regimentsmars 55er-Defilier-Marsch (Zubrzicki-Marsch), in 1869 opgedragen aan de regimentscommandant Oberst C. von Zubrzicki.
Voltooid in | titel | aktes | première | libretto |
---|---|---|---|---|
1866 | Mahomed's Paradies | 1 akte | 26 februari 1866, Nieuw-Wenen, Harmonietheater | van de componist |
1872 | Das Orakel zu Delfi | 2 aktes, 5 taferelen |
21 september 1872, Linz, Landestheater | Carl Costa |
1875 | Cleopatra oder Durch drei Jahrtausende; (samen met: Richard Genée en Max von Weinzierl) |
3 afdelingen | 13 november 1875, Wenen, Komische Oper | J. Steinher |
1878 | König Jérôme oder Immer lustick! | 4 aktes | 28 november 1878, Wenen, Ring-Theater | Adolf Schirmer |
1879 | Der kleine Don Juan | november 1879, Boedapest, Deutsches Theater | ||
1880-1881 | Wiener Kinder | 3 aktes | 19 januari 1881, Wenen Carltheater | Leopold Krenn en Carl Wolff |
1888 | Ein Deutschmeister | 3 aktes | 30 november 1888, Wenen, Carltheater | Richard Genée en Bruno Zappert |
1889 | Wiener Luft | 3 aktes, 5 taferelen |
10 mei 1889, Wenen, Theater an der Wien | Benno Rauchenegger |
1890 | Der bleiche Zauberer | 1 akte | 20 september 1890, Wenen, Theater an der Wien | Isidor Fuchs, gebaseerd op een Indiaans verhaal van James Fennimore Cooper |
1898 | Der schöne Rigo | 2 aktes | 24 mei 1898, Wenen, zomertheater "Venedig in Wien" | Leopold Krenn en Carl Lindau |
1899 | Die Landstreicher | voorspel en 2 aktes |
29 juni 1899, Wenen, zomertheater "Venedig in Wien" | Leopold Krenn en Carl Lindau |
1901 | Die drei Wünsche | voorspel en 3 aktes |
9 maart 1901, Wenen, Carltheater | Leopold Krenn en Carl Lindau |
1902 | Der Fremdenführer | voorspel en 3 aktes |
11 oktober 1902, Wenen, Theater an der Wien | Leopold Krenn en Carl Lindau |
1904 | Der Schätzmeister | 3 aktes | 10 december 1904, Wenen, Carltheater | Alexander Engel en Julius Horst |
1905 | Fesche Geister | voorspel en 2 afdelingen |
7 juli 1905, Wenen, zomertheater "Etablissement, Venedig" | Leopold Krenn en Carl Lindau |
1906 | Über'n großen Teich; (samen met: Edmund Eysler, Bela von Ujj en F. Ziegler) |
2 september 1906, Wenen, Theater an der Wien | Adolph Philipp voor het Oostenrijkse theater bewerkt door F. Antony | |
1906 | Die Spottvogelwirtin | 3 aktes | 1906, Wenen | Rudolf Oesterreicher |
1907 | Ein tolles Mädel (Engels: Mlle Mischief) |
voorspel en 2 aktes |
24 augustus 1907, Wiesbaden, Danzers Orpheum; Engelse versie: 28 september 1908, New York, Lyric Theatre; |
Wilhelm Sterk (naar: Kurt Kraatz en Heinrich Stobitzer) (Engelse vertaling: Sydney Rosenfeld |
1907 | Am Lido | 1 akte | 31 augustus 1907, Wenen, Kolosseum | Ottokar Tann-Bergler en Alfred Deutsch-German |
1908 | Der Liebeswalzer | 3 aktes | 24 oktober 1908, Wenen, Raimund-Theater | Robert Bedanzky en Fritz Grünbaum |
1909 | Die Gaukler | 1 akte | 6 september 1909, Wenen, Apollotheater | Emil Golz en Arnold Golz |
1909 | Herr und Frau Biedermeier | 1 akte | 9 januari 1909, München, Lustspieltheater, "Kleine Bühne" | Wilhelm Sterk |
1910-1911 | Ball bei Hof | 3 aktes | 22 januari 1911, Szczecin, toen: Stettin, Stadttheater | Wilhelm Sterk (naar het blijspel "Hofgunst" van Thilo von Trotha) |
1911 | In fünfzig Jahren - "Zukunftstraum einer Küchenfee" | 2 aktes | 13 januari 1911, Wenen, Ronacher | Leopold Krenn en Carl Lindau |
1912 | Manöverkinder | 2 aktes | 22 juni 1912, Wenen, zomerpodium "Kaisergarten" (voormalig "Venedig") | Oskar Friedmann en Fritz Lunzer |
1913 | Der Husarengeneral; nieuwe versie van Manöverkinder, |
3 aktes | 3 oktober 1913, Wenen, Raimundtheater | Oskar Friedmann en Fritz Lunzer |
1913 | Fürst Casimir | 3 aktes | 13 september 1913, Wenen, Carltheater | Max Neal en Max Ferner |
1914 | Das dumme Herz | 3 aktes | 27 februari 1914, Wenen, Johann Strauß-Theater | Rudolf Oesterreicher en Wilhelm Sterk |
1916 | Im siebenten Himmel | 3 aktes | 26 februari 1916, München, Theater am Gärtnerplatz | Max Neal en Max Ferner |
1930 | Die verliebte Eskadron, bewerking en samenstelling door Karl Pauspertl |
3 aktes | 11 juli 1930, Wenen, Johann-Strauß-Theater | Wilhelm Sterk (naar B. Buchbinder) |
1958 | Deutschmeisterkapelle (arrangement van Max Schönherr) |
30 mei 1958, Wenen, Raimundtheater | Hubert Marischka en Rudolf Oesterreicher | |
Der Kriegsberichterstatter; (samen met: Edmund Eysler, Bruno Granichstaedten, Oskar Nedbal, Charles Weinberger) |
Rudolf Oesterreicher en Wilhelm Sterk |
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.