plantengeslacht Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Amarant (Amaranthus) is een geslacht van eenjarige, kruidachtige planten uit de amarantenfamilie (Amaranthaceae). Het geslacht komt met zo'n zestig soorten wijdverspreid voor van gematigde tot tropische streken.[1] Tot het geslacht behoren verscheidene sier- en voedselgewassen.
Sommige soorten worden gecultiveerd als groente in het oosten van Azië, in Afrika (o.a. A. viridis) en in Griekenland, waar het vlita (βλήτα) heet (A. blitum var. sylvestre), een van de vele soorten chórta (χόρτα)). De planten hebben een aardse, volle smaak. Amarant komt in sommige restaurants dan ook op de menukaart voor als Chinese spinazie.
De zaden waren een belangrijke voedselbron voor de Inca's. Het voedsel staat tegenwoordig bekend onder de naam kiwicha in de Andes. De Azteken gebruikten de zaden voor de bereiding van rituele dranken en voedsel. In Europa wordt de plant wel gebruikt als graanvervanger in een glutenvrij dieet.
Vanaf de 19e eeuw is een aantal amarantsoorten ingeburgerd geraakt in Noordwest-Europa. Verscheidene soorten komen voor als tuinplant. Een zestal soorten komt nu voor als wilde plant, enkele andere soorten worden adventief of verwilderd aangetroffen.
Voor overblijvende tuinen hebben ze weinig waarde, maar voor eenjarige des te meer: amarant heeft een merkwaardige bloeiwijze met merkwaardige pluimen of aren die een contrastrijk geheel vormen. Amarant kan gekweekt worden als er geen kans meer is op nachtvorst. De planten hebben voedselrijke, zonnige, goed ontwaterde grond nodig.
Het geslacht doet het ook goed als potplant. In dit geval dient de plant goed vochtig gehouden te worden.
In de Verenigde Staten vormt tweehuizige amarant (A. palmeri) een probleem in de landbouw.[2] Het is een van de onkruiden die resistent is geworden tegen het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat.[3] Veel boeren in de VS gebruiken gewassen die door gentechnologie bestand zijn gemaakt tegen dit middel (de zogenaamde Roundup Ready gewassen), waardoor de boeren het niet-resistente onkruid gemakkelijk konden bestrijden.
In de Benelux komen de volgende (onder)soorten voor in het wild:
Een selectie van soorten die geschikt zijn voor de tuin:
Kattenstaartamarant (A. caudatus): eetbaar als groente, tot 1,25 m hoog, lichtgroen blad, rode stengels, lange, hangende trossen kleine rode bloemen vanaf juli.
Rode klaroen of kattenstaart of olifantenhoofd (A. tricolor): gevlamde bladeren met alle tinten rood, donkerrode bloemen.