Abraham Carel Wertheim , beter bekend als A.C. Wertheim , of kortweg A.C. (Amsterdam , 12 december 1832 – Amsterdam , 30 november 1897 ) was bankier te Amsterdam, politicus, filantroop en bestuurslid van een groot aantal culturele organisaties.
Een monument te zijner ere staat in het naar hem genoemde Amsterdamse Wertheimpark .
Abraham Carel Wertheim door Thérèse Schwartze (in het Joods Historisch Museum)
A.C. Wertheim was de oom van de natuurkundige en pedagoog Philip Kohnstamm , de grootvader van de componiste Rosy Wertheim en de beeldhouwer Jobs Wertheim en de betovergrootvader van cabaretier Micha Wertheim .
Een door Thérèse Schwartze geschilderd portret van Wertheim is, evenals zijn bureau, opgenomen in de vaste collectie van het Joods Historisch Museum .
1852: Lid van de Rederijkerskamer Vondel 1852
1854-1897: Vrijmetselaar
1855-1897: Lid van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
1862: Consul van Saksen-Coburg
1863-1890: Commissaris van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen
1864-1866: Consul van het Hertogdom Nassau
1865-1872: Commissaris van de Nederlandsche Crediet- en Depositobank
1865-1878: Lid van de Kerkeraad van de Nederlandsch-Israëlitische Hoofdsynagoge te Amsterdam
1866-1886: Lid van Provinciale Staten van Noord-Holland
1866-1895: Voorzitter van de Liberale Kiesvereniging Burgerplicht
1869-1897: Curator en president-curator van het Joods Seminarium
1869-1897: Commissaris van de Nederlandsch-Indische Spoorwegmaatschappij
1870-1893: Bestuurslid van de Stoomvaart-Maatschappij 'Nederland'
1871-1881: Lid van de Raad van Toezicht van de Amsterdamsche Bank
1871-1897: Oprichter-bestuurder van het Dina en Carelfonds
1872-1873: Lid van de Raad van Bestuur van de Banque Franco-Hollandaise
1874: Voorzitter van de Commissie van Toezicht van de Toneelschool
1875-1897: Lid van de Raad van Beheer van de Vereeniging het Nederlandsch Tooneel
1876-1897: Lid van het bestuur van de Vereeniging voor den Effectenhandel
1878-1886: Vicevoorzitter van de Kerkeraad van de Nederlandsch-Israëlitische Hoofdsynagoge te Amsterdam
1878-1897: Voorzitter van de Raad van Beheer van het Burgerziekenhuis
1883: Organisator van de Internationale Koloniale Tentoonstelling
1885: Oprichter Vereeniging Kindervoeding
1886-1894: Penningmeester van de Zuiderzeevereeniging
1886-1897: Lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
1886-1897: Voorzitter van de Kerkeraad van de Nederlandsch-Israëlitische Hoofdsynagoge te Amsterdam
1887: Penningmeester van de Commissie van Bijstand voor het Woordenboek der Nederlandsche Taal
1888-1897: Voorzitter van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
1890-1897: Vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen van de Staatsspoorwegen
1892-1894: Lid van de Staatscommissie tot beoordeling van de Zuiderzeeplannen
1892-1897: Commissaris van De Nederlandsche Bank
1893-1897: Vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen van de Stoomvaart-Maatschappij 'Nederland'
1894-1897: Voorzitter van de Zuiderzeevereeniging
1896-1897: Voorzitter-commissaris van de Maatschappij tot Exploitatie van Bad- en Overdekte Zweminrichtingen