Aardbeving Haïti 2010
aardbeving in Haïti, 12 januari 2010 Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
De aardbeving in Haïti in 2010 was een zware aardbeving die zich voordeed op dinsdag 12 januari 2010 om 16:53:09 uur lokale tijd (21:53:09 UTC). De beving met een kracht van 7,0 op de momentmagnitudeschaal vond plaats 25 kilometer ten zuidwesten van de Haïtiaanse hoofdstad Port-au-Prince.[4] De intensiteit van de aardbeving op de schaal van Mercalli varieerde in Port-au-Prince van schaal VII tot IX: dit wordt getypeerd door "behoorlijke schade" tot "verwoestend". Volgens het KNMI was de grote beving de zwaarste op de breuklijn sinds 1860.[5]
Aardbeving Haïti 2010 | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Datum | 12 januari 2010 21:53:10 UTC | |||
Kracht | 7,0 (op de schaal van Richter) | |||
Epicentrum | Léogâne, Haïti | |||
Diepte | 13,0 km | |||
Coördinaten | 18° 27′ NB, 72° 27′ WL | |||
Getroffen land(en) | Haïti | |||
Doden | 92.000[1] - 230.000[2] (24 februari) | |||
Gewonden | 310.000 (5 februari)[3] | |||
![]() | ||||
|
Het hypocentrum lag op 25 kilometer ten zuidwesten van de hoofdstad van Haïti, Port-au-Prince, nabij de plaats Léogâne, op een diepte van ongeveer 13 kilometer[6]. De aardbeving was ook voelbaar in Venezuela en op enkele naburige eilandstaten, waaronder Jamaica, Cuba en de Dominicaanse Republiek. Haïti, de Bahama's en de Dominicaanse Republiek werden gewaarschuwd voor een eventuele tsunami, maar dit alarm werd binnen 12 uur ingetrokken. De beving werd gevolgd door meerdere zware naschokken, variërend van 4,5 tot 5,9 op de momentmagnitudeschaal. Op 20 januari 2010 vond een krachtige beving plaats met een kracht van 6,1 op de momentmagnitudeschaal, 56 kilometer ten noordwesten van Port-au-Prince.[7]
Op 24 januari waren er 150.000 slachtoffers begraven en op 10 februari was het dodental reeds opgelopen tot 230.000, volgens cijfers van de Haïtiaanse regering.[2] Het aantal gewonden bedroeg op 24 februari 310.000.[3] Op 23 januari werden door de regering de zoek- en reddingsacties gestaakt, al werden ook in de dagen en weken daarna nog enkele mensen levend uit het puin gehaald. Door de aardbeving zijn ruim 1,5 miljoen Haïtianen, een zesde van de bevolking, dakloos geworden.[8]
Tektonische achtergrond en verloop van de aardbeving
De aardbeving vond plaats ten gevolge van het verschuiven van de Caribische Plaat naar het oosten. Dit gaat met een snelheid van ongeveer 20 mm per jaar. Aardbevingen waren voorheen in de regio rond Haïti nooit echt groot en komen zelden voor op dergelijke schaal. De regio rond Port-au-Prince was de decennia ervoor weinig seismisch actief. Door het feit dat er lang geen zware aardschok is geweest in de regio, heeft de energie van de beweging van de tektonische platen zich opgestapeld in de Enriquillo-Plantain Garden-breuk, een van de breuklijnen tussen de Caribische en de Noord-Amerikaanse Plaat. Dit verklaart de kracht van de aardbeving. Aangezien het hypocentrum van de aardbeving zich onder land en niet onder de zeebodem bevond, is de schade aanzienlijk groter en zijn zelfs kleinere naschokken erg voelbaar.
De United States Geological Survey (USGS) registreerde in de 2 uur na de aardbeving nog 6 naschokken, met een kracht van 4,5 tot 5,9 op de momentmagnitudeschaal. In de eerste 24 uur na de beving werden nog meer naschokken geregistreerd, waaronder 24 met kracht van 4,2 of groter en 14 met een kracht van 5,0 of meer.[9] In totaal zijn er al 42 naschokken geregistreerd.
Gevolgen
Samenvatten
Perspectief
Slachtoffers

De Haïtiaanse premier Jean-Max Bellerive ging in een vroege reactie uit van mogelijk meer dan honderdduizend slachtoffers. President René Préval had het over 30.000 tot 50.000 doden. Zowel het bevestigde als geschatte aantal doden liep in de dagen daarna echter snel op. Schattingen liepen daags na de beving uiteen van 100.000 (PAHO/WHO) tot 200.000 (Haïtiaanse regering) doden.[10] Begin februari bleken er inderdaad meer dan 200.000 slachtoffers te zijn gevallen tijdens de aardbeving[3] en op 10 februari waren volgens de Haïtiaanse regering 230.000 doden gevallen bij de beving.[2] Op 21 februari sprak president Préval van 300.000 doden. Op basis van eigen onderzoek kwam de Wereldomroep echter tot de veel lagere schatting van maximaal 92.000 doden.[11]
Mede door het hoge slachtofferaantal en de grote ravage wordt de aardbeving als een humanitaire catastrofe bestempeld. Volgens een schatting van het Rode Kruis op de dag na de aardbeving zijn er meer dan 3 miljoen mensen getroffen door de aardbeving.[12]
Onder de vele dodelijke slachtoffers zijn ook verschillende blauwhelmen. De Verenigde Naties zijn erg actief op het straatarme Haïti, en hebben er een vredesmacht, genaamd MINUSTAH, van zo'n 9.000 blauwhelmen. Tot nu toe zijn er al zeker 8 Chinese, 4 Braziliaanse en 3 Jordaanse blauwhelmen bij de slachtoffers geteld.[13]

Tijdens de beving verbleven er 38 Nederlanders in Haïti , van wie er van 4 de dood bevestigd was en er nog 2 vermist werden. Op 20 januari waren vier Nederlandse volwassenen (incl. het eerste echtpaar) geïdentificeerd. Het betrof twee echtparen die met hun drie adoptiekinderen verbleven in een hotel.[14][15]
Ook ten minste 116 Belgen[16] waren ten tijde van de natuurramp in het land. Van de Belgen in Haïti zijn er 4 gewonden. Er zijn ook zeker 3 vermisten, een van de vermisten, Philippe Dewez, werd op 19 januari dood teruggevonden. In totaal zijn 136 dossiers geopend over Belgen die eventueel in Haïti zouden geweest zijn. Daarvan zijn er 116 gelokaliseerd, van wie 73 in Haïti verbleven en 23 in het buitenland. Van de overige 20 is onbekend waar ze verbleven.[17]
Verscheidene prominenten vonden bij de aardschok de dood. De Braziliaanse kinderarts en zendelinge Zilda Arns werd dood aangetroffen.[18] Het lichaam van aartsbisschop mgr. Joseph Serge Miot werd geborgen uit zijn ingestorte kantoor,[19] en de leider van de VN-missie in Haïti, Hédi Annabi, is dood aangetroffen onder het puin van het zwaar beschadigde VN-hoofdkwartier in Port-au-Prince. Ook hiphop-artiest Jimmy O kwam om het leven.[20]
Schade


Naast vele huizen van de inwoners, is een groot deel van de belangrijke gebouwen uit Port-au-Prince beschadigd of compleet verwoest door de aardbeving, waaronder het Presidentieel Paleis, het gebouw van de Assemblée Nationale (parlement van Haïti), de kathedraal van Port-au-Prince en enkele ziekenhuizen. Verder zijn nog verscheidene scholen en universiteitsgebouwen ingestort. Ook het hoofdgebouw van de MINUSTAH van de Verenigde Naties bleef niet gespaard.
Aangezien Haïti een van de armste landen ter wereld is, zijn de bouwvoorschriften er niet nauwkeurig bepaald en laat de veiligheid van de bouwwerken er vaak te wensen over. Dat is een mogelijke verklaring voor het feit dat zovele huizen zijn ingestort. Veel van de gebouwen waren op heuvels gebouwd of waren van onvoldoende fundering voorzien.
De toevoer van internationale hulpgoederen en reddingsteams werd de eerste paar dagen ernstig gehinderd, doordat de infrastructuur in Haïti weggevaagd was. De controletoren van de enige werkende luchthaven, de Internationale Luchthaven Cap-Haïtien, was ingestort, waardoor een Amerikaans team van luchtverkeersleiders ingevlogen moest worden. Reddingswerkers van andere landen en Artsen zonder Grenzen beklaagden zich over het feit dat de Amerikanen voorrang zouden geven aan haar eigen transporten.[21][22] De zeehavens van het land waren onbruikbaar geworden, doordat kades opgebroken waren en kranen waren ingestort, ook hiervoor wordt door Amerikaanse specialisten aan gewerkt.[8] Specialisten van het Canadese leger werken aan het beschikbaar maken van de tweede luchthaven van het land, die met een landingsbaan van duizend meter maar net geschikt is voor de transporttoestellen.[8] Normaliter is de luchthaven door de afwezigheid van een verkeerstoren en lichtvoorzieningen alleen overdag bruikbaar. Op 22 januari waren die voorzieningen gereed en kon de regionale luchtverkeersleiding worden overgenomen door een Canadees fregat, sindsdien landen dagelijks 160 vluchten op het vliegveldje, dat eigenlijk niet meer dan vijf toestellen tegelijk gewend is.
Internationale reacties
- Raymond Alcide Joseph, de Haïtiaanse ambassadeur in de Verenigde Staten, zei tegen de Amerikaanse nieuwszender CNN: "Haïti is getroffen door een catastrofe. Ik roep al onze vrienden op om ons te helpen."[4]
- De Amerikaanse president Barack Obama reageerde ook: "Mijn gedachten en gebeden gaan naar zij die door deze aardbeving werden getroffen. We houden de situatie nauwlettend in de gaten en staan klaar met hulp voor het volk van Haïti."[23]
- Michaëlle Jean, gouverneur-generaal van Canada, die zelf in de Haïtiaanse hoofdstad werd geboren, zei: "Ik volg met grote aandacht en bezorgdheid de noodberichten omtrent de aardbeving die Haïti met een grote kracht heeft getroffen, en die ook in de regio overal werd gevoeld."[24]
- Bert Koenders, Nederlandse Minister voor Ontwikkelingssamenwerking: "De eerste berichten en beelden maken melding van een groot aantal slachtoffers en enorme schade. De ernst van de situatie lijkt op die van Zuidoost-Azië na de tsunami in 2004."[25]
- Verenigde Naties: "De aardbeving in Haïti is de ergste ramp waar de Verenigde Naties ooit mee te maken hebben gehad. De verwoesting is groter dan de tsunami in Azië in 2004."[26]
Internationale hulp
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.