Loading AI tools
Brits historicus van de moderne tijd (1906-1990) Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Alan John Percivale Taylor (Birkdale, 26 maart 1906 - Londen, 7 september 1990) was een Brits historicus.
Taylor was een historicus die geschiedenis en academici populair maakte bij het grote publiek, vooral via het medium televisie. Dit kon hij omdat hij heel goed verhalen kon vertellen. Zelfs de meest complexe, historische uiteenzettingen maakte hij begrijpelijk voor het grote publiek. Hij was een van de bekendste historici in zijn tijd en tevens een van de meest controversiële.
Alan Percivale Taylor werd geboren in 1906 in het dorpje Birkdale te Lancashire. Hij was enig kind van een welgestelde industrieel. Hierdoor groeide hij op in grote materiële luxe. Op emotioneel vlak werd er echter minder goed voor hem gezorgd. Hij had weinig contact met zijn ouders of andere kinderen en werd dikwijls achtergelaten bij kinderjuffrouwen en zijn moeder gedroeg zich afstandelijk. Gelukkig was hij vrij intelligent. Zo leerde hij zichzelf, naar eigen zeggen, lezen en schrijven nog voor hij vier jaar was om de eenzaamheid te ontvluchten. Op school was hij niet populair. Hij was dan wel intelligent, maar ook heel rebels waardoor hij buiten het schoolgebeuren vooral contact had met volwassenen. Toen Lenin in 1917 de Russische deelname aan de oorlog beëindigde, bekeerden Taylors ouders zich tot het socialisme. De elfjarige Taylor volgde hun voorbeeld. Later vond hij ook de hiaten in het marxisme, maar zijn progressieve levensbeschouwing bleef hij behouden. Zijn moeder stuurde hem voor het middelbaar onderwijs naar christelijke-humanistische quaker-kostscholen. Daar werd hij een briljant student genoemd. Hij las enorm veel, had een olifantengeheugen en een aangeboren talent om te schrijven. In 1921 ging Taylor naar de ‘College Class’, een aparte klas voor de bollebozen op school, in voorbereiding op de universiteit. Hier besloot hij dat hij zich wilde voorbereiden op een geschiedenisstudie in Oxford. Die vatte hij aan 1924. Dit was een uitzonderlijke keuze, omdat de rest van de intelligente jongens voor de natuurwetenschappelijke kant kozen. Taylor bleef echter tegendraads en opstandig. Wanneer er dan ook bijvoorbeeld een rebellie uitbrak, in de periode dat veel jonge docenten naar het front waren gestuurd, was het dan ook vanzelfsprekend dat Taylor deze aanvoerde.
Op aanraden van een van zijn docenten van de Universiteit van Oxford trok hij naar Wenen om er bij de historicus A.F. Pribam in de leer te gaan. Van Pribam leerde Taylor om kritisch om te gaan met bronnen en zich te onthouden van waardeoordelen. Na zijn tweejarig verblijf in Wenen keerde Taylor terug naar Engeland, waar hij een aanstelling kreeg aan de Universiteit van Manchester. Hier bleek al dat hij een buitengewoon goed spreker was. In 1934 publiceerde Taylor zijn eerste boek, genaamd The Italian problem in European diplomacy, 1847 - 1849. Daarin werd de tijdsgeest van het positivisme weerspiegeld, die Taylor toen ook aanhing. Later ging hij een andere visie op geschiedenis ontwikkelen. De aanzet hiertoe was een anekdote uit het werk van historicus Pieter Geyl, dat de meeste gebeurtenissen in de geschiedenis gevolg waren van toevalligheden. Tijdens zijn jaren aan de universiteit van Manchester, schreef hij ook voor de krant Manchester Guardian. Eind jaren dertig verliet hij Manchester en ging hij doceren aan Oxford, waar hij de rest van zijn carrière zou blijven. Ook hier publiceerde hij een aantal boeken. Zijn tegendraadsheid kwam steeds nadrukkelijker aan de orde. Hij koesterde sympathie voor Rusland en geloofde in het blijvende gevaar van het Duitse militarisme. Zo beweerde hij nog lang na de oorlog dat Europa beter af was met Russische dan met Amerikaanse bemoeienis. Dit kwam tot uiting in zijn afschuw voor de Koude Oorlog en de nucleaire wapenwedloop. Hij was tevens lid van de Beweging voor Nucleaire Ontwapening.
Zijn optreden in de media werd niet zo gewaardeerd door zijn collega-wetenschappers. Hij zou slechts kunstjes vertonen, maar weinig intellectuele prestaties afleveren. Hij werd het 'enfant terrible' onder de wetenschappers genoemd.
Voor hij bekend werd door zijn verschijning in het populaire debatprogramma In The News (BBC, 1950-56), had hij al radio-uitzendingen gedaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tijdens een van de uitzendingen van In The News weigerde hij te praten met de andere panelleden. De BBC verbande hem hierop gedurende tien maanden uit het programma. Toen hij terugkwam, betreurde hij het uiteenvallen van het oude panel en de manier waarop de serie een platform werd voor politieke promotie. Daarop besloot hij dat zijn optreden op 10 december 1954 zijn laatste zou zijn.
Na zijn uittreden uit de serie, werd hij door de media de 'sulky don' genoemd. Hij uitte openlijk kritiek op de BBC in krantencolumns. Hij bepleitte de noodzaak van vrije omroepen en werd vicepresident van de Popular Television Association, een organisatie die ijverde voor de introductie van commerciële zenders.
Toen de commerciële omroep ITV gelanceerd werd, werden dezelfde vier panelleden uit In The News, eerder uitgezonden door de BBC, weer opgetrommeld om deel te nemen aan Free Speech. Het programma had hetzelfde concept. Het betrof live debatten over actuele thema's en werd bovendien opnieuw door hetzelfde duo, Irwin en Lustgarten, geproduceerd.
Een van de producers van Free Speech, namelijk Irwin, stelde aan Taylor voor om enkele van zijn lezingen aan de Universiteit van Oxford bij een breder publiek te introduceren via het medium televisie. En zo geschiedde het dat er eerst een driedelige serie rond de Russische Revolutie ontstond en later ook bij uitbreiding een dertiendelige serie genaamd Alan Taylor Lectures: When Europe was the Centre of the World. Die serie werd uiteraard uitgezonden op ITV in de tijdsperiode van 1957 tot 1958. In Challenge sprak Taylor nog tegen een publiek, maar hij vond dat de frequente wisselingen van positie van de camera van hem naar het publiek, te afleidend waren. Daarom sprak hij vanaf toen in al zijn andere lezingen rechtstreeks tegen de camera. Het publiek was geïntrigeerd door Taylors vaardigheid om verhalen boeiend te vertellen.
Verrassend genoeg keerde Taylor in 1962 terug naar de BBC voor de serie The Twenties. Dit had voornamelijk te maken met het feit dat ook producer Irwin de terugkeer had gemaakt naar de BBC. In die serie doceerde hij over de actuele politiek. Vanaf dan werkte Taylor zowel voor ITV als de BBC. Een hele reeks series volgden, waarna Taylor plots een pauze inlaste van negen jaar. Op uitnodiging van producer Edward Mirzoeff, verbonden aan de BBC, hernam Taylor zijn televisiewerk. Opnieuw volgde een aantal series.
In 1985 leed Taylor al aan de ziekte van Parkinson dat ook geheugenverlies met zich meebracht. Vijf jaar later werd hij geveld door de ziekte: in september 1990 stierf hij op 84-jarige leeftijd.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.