Scrapie
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Scrapie of schuurziekte is een ziekte aan het centraal zenuwstelsel bij schapen en geiten, die veroorzaakt wordt door prionen. De ziekte behoort tot de TSE’s (transmissible spongiform encephalopathies), waartoe ook boviene spongiforme encefalopathie (BSE), de ziekte van Creutzfeldt-Jakob en kuru, een prionziekte bij menseneters op Nieuw-Guinea, behoren.
Volgens de huidige inzichten is de ziekte niet gevaarlijk voor de volksgezondheid. Maar om alle risico’s te vermijden worden besmette dieren buiten de voedselketen gehouden.
Rond 1750 werd scrapie voor het eerst beschreven in het Verenigd Koninkrijk. In Nederland is de ziekte in oktober 1957 voor het eerst gezien. Scrapie komt op ruim zes procent van de schapenbedrijven voor. De ziekte komt niet vaak voor bij geiten. In Nederland is nog nooit scrapie vastgesteld bij geiten. De besmetting kan overgedragen worden door een moederdier aan haar jong. Maar kan ook plaatsvinden door eten van besmet vleesbeendermeel. Besmetting kan ook worden overgedragen door teken.
De naam is afkomstig van het belangrijkste symptoom, het schuren (in het Engels: to scrape) wat zieke dieren voortdurend doen. Door dit schuren ontstaan allerlei huidafwijkingen. Daarnaast zijn er afwijkingen in de bewegingen, zoals een onzekere gang, rillen en trillen. De dieren vermageren terwijl ze een normale eetlust houden. De ziekte heeft een lange incubatieperiode, is dodelijk en heeft een verloop van 14 dagen tot 6 maanden.
Door weefselonderzoek van de hersenen van dode dieren wordt de diagnose definitief vastgesteld. Bij schapen is het mogelijk om prionen aan te tonen in de tonsillen, milt, darm en lymfeklieren. De tonsiltest is het meest geschikt om scrapie in een vroeg stadium te ontdekken bij schapen die nog geen ziekteverschijnselen hebben.
Uit onderzoek is gebleken dat sommige genotypes van schapen resistent zijn tegen scrapie en andere gevoelig ervoor. Daartussen zijn een aantal genotypes met uiteenlopende resistentie tegen de ziekte. Door middel van bloedonderzoek kan het genotype bepaald worden. Tot nu toe is er weinig bekend over het verband tussen genotype en resistentie bij geiten.