Sadrach, Mesach en Abednego
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Sadrach, Mesach en Abednego zijn de Babylonische namen van drie Joodse jongeren die voorkomen in het boek Daniël in de Hebreeuwse Bijbel. Volgens dit verhaal waren zij van hoge afkomst en werden zij tijdens de Babylonische ballingschap in opdracht van de Babylonische koning Nebukadnezar samen met Daniël opgeleid "in de geschriften en taal van de Chaldeeën" (Daniël 1:3-4).
Ze kregen Babylonische namen van de hoofdeunuch (Daniël 1:6-7):
Meer informatie Babylonische naam, Betekenis ...
Babylonische naam | Betekenis | Oorspronkelijke, Joodse naam |
Betekenis |
---|---|---|---|
Sadrach | Bevel van Aku (maangod) | Chananja | JHWH is genadig |
Mesach | Wie is als Aku (maangod) | Misaël | Wie is als God (?) |
Abednego | Knecht van Nego of Naboe (Chaldeeuws) |
Azarja | JHWH is mijn helper |
Sluiten
Sadrach, Mesach en Abednego worden in de Bijbel steeds bij hun Babylonische namen genoemd, terwijl Daniël meestal met zijn Judese naam wordt aangeduid en niet met zijn Babylonische naam Beltesassar.