Rígsþula
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Rígsþula (Rigstula) is in de Edda het Lied van Rig ('Kvädet om Rig'). Het is een relatief jong gedicht (eind 12de eeuw), dat handelt over de schepping der standen. In elk van de drie delen komt de handel en wandel als onderscheiden van die van de andere standen tot uiting. Dit zijn volgens Rig: de knechten ('Thrall', handwerklieden), de boeren ('karl', voedselproducenten), en de edelen ('jarl', bestuurders, beschermers en strijders). Er was geen uitgesproken priesterstand in de Noordse en Germaanse cultuur, aldus Georges Dumézil. Toch waren er de druïden en is er sprake van priesteressen zoals de Völva.
![Thumb image](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/2/2c/The_Crow_warns_Kon.jpg/640px-The_Crow_warns_Kon.jpg)
![Thumb image](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/8/8f/Rig_in_Great-grandfather%27s_Cottage.jpg/640px-Rig_in_Great-grandfather%27s_Cottage.jpg)
![Thumb image](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/a/a7/Heimdall_i_Rigs_skepnad.jpg/260px-Heimdall_i_Rigs_skepnad.jpg)
Waar de inkleding van het verhaal vandaan komt is duister, evenals de herkomst van de naam Rig.