Prinsbisdom Chur
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het prinsbisdom Chur was een tot de Zwabische Kreits behorend prinsbisdom binnen het Heilige Roomse Rijk.
In 451 werd de eerste bisschop van Chur vermeld. Het bisdom behoorde toen bij de kerkprovincie Milaan. In 799/806 werd het graafschap Chur gescheiden van het bisdom, waardoor de wereldlijke rechten verloren gingen. In 843 werd het bisdom bij de kerkprovincie Mainz gevoegd. In 952/5 werd de tweede helft van de stad Chur verworven en in 960 Bergell. In 1055 kwam de rijksvoogdij en het halsgerecht aan de bisschop, een belangrijke stap voor het vormen van een vorstendom. In 1089 werd de bisschop graaf in Raetien. Oberengadin en Chiavenna (Duits: Cläven) werden in 1139 verworven. Sinds 1170 was de bisschop rijksvorst.
In de 12e eeuw bestond het prinsbisdom uit:
- de dalschappen: Vier Dörfer, Bergell, Oberhalbstein, Oberengadin, Domleschg en Münstertal
- de lage rechtspraak in Unterengadin en Vintschgau
- Bormio(=Worms), Bivio on Stalla en Poschiavo
Verdere uitbreidingen waren: Räms en Oberhalbstein (1258), Aspermont (1275), Greifenstein en Bergün (1394), Trimmis (1400), Obervatz en Schams (1456), Heintzenberg en Vals (1475), 1483: Gruob, Flims, Lugnetz en Ilantz (1483).
Al met al omvatte het wereldlijke gebied van de bisschop van Chur in Zwitserland grote delen van het huidige Graubünden, Chiavenna, Bormio en de Vinschgau.
Al in de 14e eeuw gingen de graafschappen van Chiavenna en Bormio verloren aan de hertog van Milaan. De Vinschgau kwam feitelijk onder controle van de graaf van Tirol. De bisschop zelf dreigde onder Habsburgse controle te komen.
De stad Chur, het domkapittel en de boeren uit de omliggende dalen vormden daartegen in 1367 de Gotteshausbund (Bond van Gods Huis). Onder soortgelijke omstandigheden ontstond in 1395 de Grauer Bund (Grijze Bond) in het westen in het bisdom Disentis. In 1436 ontstond in Noord Raetië Zehngerichtenbund (Bond van de Tien Rechtsgebieden). In 1450 sloten de drie bonden zich aaneen als de Drei Bünde. De Drei Bünde werd tot 1798 beschouwd als een vrijstaat.
In 1524/6 verloor de bisschop de wereldlijke rechten in de stad Chur, die daarmee de facto een vrije rijksstad werd. In 1717 werd de heerlijkheid Grossenengstingen met het bezit in Honau verkocht aan de abdij Zwiefalten. Op 15 maart 1798 verloor de bisschop zijn rechten die bij de landshoogheid hoorden.
In 1801 gingen de laatste rechten van de bisschop verloren, en werden deze overgedragen aan Graubünden. De historische staat moet worden onderscheiden van het rooms-katholieke bisdom Chur dat nog steeds bestaat, zelfs als de bisschop tot de ontmanteling van het prinsbisdom dezelfde man was.