De rodriguessolitaire (Pezophaps solitaria) is een uitgestorven loopvogel die uitsluitend voorkwam op het eiland Rodrigues. Samen met de dodo - waaraan de soort nauw verwant was - behoorde hij tot de Raphinae, een vogelonderfamilie uit de orde Columbiformes (duiven en dodo's).

Snelle feiten Rodriguessolitaire Status: Uitgestorven (1770) (2016) ...
Rodriguessolitaire
Status: Uitgestorven (1770)[1] (2016)
Thumb
Tekening van François Leguat
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Columbiformes (Duifachtigen)
Familie:Columbidae (Duiven)
Geslacht:Pezophaps
Strickland, 1848
Soort
Pezophaps solitaria
(Gmelin, 1789)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Rodriguessolitaire op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels
Sluiten

De rodriguessolitaire is vermoedelijk ongeveer halverwege de achttiende eeuw uitgestorven.

Ontdekking en uitsterven

Hans Hendricksz Bouwer vermeldde 'dodo's' op Rodrigues in 1601. Van de Engelsman Thomas Herbert kwam in 1634 de volgende melding van dodo's. De vogel werd begin achttiende eeuw voor het eerst als een aparte soort erkend in een verslag door de Fransman François Leguat die hem de solitaire noemt, vermoedelijk omdat hij niet in groepen voorkwam. Leguat was de leider van een groep van negen hugenoten die eind zeventiende eeuw op het eiland werden achtergelaten. In 1789 benoemde Johann Friedrich Gmelin hem als Didus solitarius, als tweede soort van het geslacht Didus dat ook de dodo omvatte. Skeletten in 1786 gevonden, in grotten in het koraalplateau dat het midden van het eiland bedekt, werden door Georges Cuvier beschreven.

Thumb
Reconstructie uit 1907

In 1848 benoemde Hugh Edwin Strickland het aparte geslacht Pezophaps, uit het Grieks πεζός, pedzos, 'voetganger', en φάψ, phaps, 'duif'. Per abuis benoemde Strickland het wijfje als de aparte soort Pezophaps minor.

Op dat moment was de rodriguessolitaire al lang uitgestorven. Rond 1730 werd het eiland gekoloniseerd door schildpadjagers die de bossen kapten en platbranden, varkens, ratten en katten introduceerden en de vrij smakelijke vogels opaten. In 1755 lukte het de Franse ingenieur Joseph-François Charpentier de Cossigny niet om ook maar een enkel levend exemplaar te vinden voor zijn verzameling. De vermoedelijk tamelijk beperkte populatie op het kleine eiland van 17,7 kilometer lang en 8,45 kilometer breed was kennelijk reeds vernietigd.

Van het dier zijn alleen botten bekend, geen weke delen, balgen, veren of eieren. Het is onzeker of er ooit een levend dier naar Europa gezonden is.

Beschrijving

Het mannetje en het wijfje verschilden bij de rodriguessolitaire wellicht sterk in grootte. De mannelijke sekse werd volgens vroege onderzoekers tot negentig centimeter lang en achtentwintig kilogram zwaar. Het wijfje haalde de zeventig centimeter bij een gewicht van zeventien kilogram. Een dergelijk verschil is bij Neognathae zeer uitzonderlijk. Er is daarom op gewezen dat het onmogelijk is van de skeletten de sekse te bepalen: de grootste exemplaren werden geacht de mannetjes te zijn en de kleinste de vrouwtjes. Aan de andere kant zou een dergelijke puur individuele variatie in grootte onder volwassen dieren van een beperkte populatie ook zeldzaam zijn. Het gewicht varieerde vermoedelijk ook afhankelijk van het seizoen.

Vergeleken met de naaste verwant, de dodo, was het skelet minder robuust. Nek en poten waren langer. De schedel was kleiner en ook smaller. De enorme uitgroeisels aan de snavelbasis ontbraken.

De schedel was tot zeventien centimeter lang. Op het schedeldak bevonden zich twee platte dwarsrichels. Het dier had een kleine haaksnavel. De arm was kort. Volwassen dieren hadden een grote beenknop op de pols, tot ruim drie centimeter in doorsnee en met twee of drie lobben. Die gebruikten ze om met elkaar te vechten om territoria. Het scheenbeen was zeer lang maar de middenvoet en tenen opvallend kort.

Thumb
Skeletten van een wijfje, links, (NHMUK A3506), en een mannetje (NHMUK A3505)

Direct achter de snavel droeg de kop een zwarte verdikte band. Het verenkleed van het mannetje was grijsbruin. Dat van het wijfjes was lichter, soms lichtbruin, soms okergeel. De wijfjes hadden twee gepaarde hangende lichtere lobben op de nekbasis. De veren op de romp waren vrij kort, wellicht meer donsachtig. De slagpennen van de hand waren gereduceerd. De staart was kort en afhangend.

Evolutie

Het werd wel gedacht dat de gelijkenis tussen de dodo en de rodriguessolitaire op toeval berustte, een geval van convergente evolutie. In 1953 werd daarom een eigen Pezohapidae benoemd. Modern genetisch onderzoek heeft echter aangetoond dat beiden deel uitmaken van een tak die zich van hun naaste nog levende verwant de manenduif afsplitste, toen tien miljoen jaar geleden de eilanden ontstonden. Toen de populaties op Mauritius en Rodrigues nog konden vliegen, wisselden ze nog DNA uit. Geleidelijk verloren ze dat vermogen en raakten geïsoleerd. Ze bleven echter elkaar nauwste verwanten en dat rechtvaardigt dat ze in een Raphidae of Raphinae ondergebracht worden, in het laatste geval in de Columbidae.

Het volgende cladogram toont een mogelijke evolutionaire stamboom.

  


Kroonduiven Goura)




  

Manenduif (Caloenas nicobarica)




Rodriguessolitaire (Pezophaps solitaria)



Dodo (Raphus cucullatus)








Tandduif (Didunculus strigirostris)



Levenswijze

Wikiwand in your browser!

Seamless Wikipedia browsing. On steroids.

Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.

Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.