Parlementaire enquête naar de Bijlmerramp
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De parlementaire enquête naar de Bijlmerramp werd ingesteld naar aanleiding van de Bijlmerramp, waarbij in 1992 een vrachtvliegtuig neerstortte op een flatgebouw in de Amsterdamse wijk Bijlmermeer. Hierbij kwamen 43 mensen om het leven. Na de crash kregen veel bewoners en hulpverleners gezondheidsklachten.
De parlementaire enquête startte op 14 oktober 1998 met de benoeming van de enquêtecommissie, zes jaar na het neerstorten van de El Al-Boeing. De enquête eindigde op 22 april 1999 met de aanbieding van het eindrapport, waarna dit rapport in de Tweede Kamer werd behandeld.
Aanleiding voor de enquête was voornamelijk onduidelijkheid over de lading die in het vliegtuig aanwezig was geweest en het falen van het intern parlementair onderzoek naar de vrachtdocumenten. Ook de aanhoudende gezondheidsklachten van bewoners en hulpverleners kwamen uitgebreid aan de orde. De primaire doelen bij het onderzoek waren "waarheidsvinding" en het "trekken van lessen voor de toekomst". De rampvlucht, de hulpverlening na de ramp en de rol van overheidsinstanties en politiek werden geanalyseerd. Er werd getracht de ontbrekende vrachtdocumenten te achterhalen, onderzoek gedaan naar de gezondheidsklachten en aanbevelingen gedaan voor verbetering van de procedures bij toekomstige rampen.
De conclusies van de enquêtecommissie ten aanzien van het optreden van overheidsinstanties waren hard. Er werden ernstige tekortkomingen in het onderzoek geconstateerd, de regering had onvoldoende aandacht voor de maatschappelijke onrust en de commissie was verontrust over het ontbreken van coördinatie bij de departementen. De Tweede Kamer was te vaak onduidelijk, onvolledig, ontijdig of onjuist geïnformeerd. Bij de Tweede Kamer ontbrak het intern aan een goede coördinatie. Er bestond een directe relatie tussen gezondheidsklachten en de ramp in de Bijlmermeer.