Ordre de la Générosité
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Ordre de la Générosité was een Pruisische ridderorde in de 18e eeuw. De Orde werd door de negenjarige markgraaf Frederik van Brandenburg, de latere koning Frederik I van Pruisen op 8 mei 1667 ingesteld.
Het was in de 18e eeuw in Duitsland gebruikelijk om ridderorden een Franse naam te geven. Frans was de omgangstaal aan het hof.
In het bewaard gebleven ordestatuut is sprake van een grootmeester en van leden of "Glieder". Het ordestatuut, het heeft niet meer dan vijf artikelen, is in het Duits gesteld. De ridders moesten weldadigheid ("générosité") beoefenen[1] en het kruis, op straffe van een boete van 5 Dukaten altijd dragen.
Er waren van 1676 tot 1785 vijf commenden aan de orde verbonden; Egeln, Hornburg, Osterwieck, Kloster Zinna en Kloster Gröningen. Er waren tien ridders[2].
In 1740 werd de orde door Frederik II op de dag van zijn opvolging, de koning heeft zich nooit laten kronen, hervormd. De onderscheiding heette nu Ordre Pour le Mérite. In deze vorm heeft zij tot 1918 voortbestaan.