Opkomst van Macedonië
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De opkomst van Macedonië van een klein koninkrijk bij de grenzen van Griekenland tot een rijk dat de volledige Hellenistische wereld zou domineren gebeurde in 25 jaren, tussen 359 en 336 voor Christus. Dit is voor een groot deel toe te schrijven aan de persoonlijkheid en beleid van Philippus II (heerste van 359-336 v.Chr.). Naast het gebruiken van efficiënte diplomatie en huwelijksallianties om zijn politieke doelen te bereiken, reorganiseerde Philippus ook het Macedonische leger naar een efficiënt oorlogsleger. De Macedonische falanx werd het belangrijkste deel van het Macedonische leger tijdens zijn heerschappij en de daaropvolgende Hellenistische periode. Zijn leger en ingenieurs maakten ook erg veel gebruik van belegeringswerktuigen.
Opkomst van Macedonië | ||||
---|---|---|---|---|
Datum | 359–336 v.Chr. | |||
Locatie | Thracië, Illyrië, Griekenland, Klein-Azië | |||
Resultaat | Macedonië domineert Griekenland | |||
Strijdende partijen | ||||
| ||||
Leiders en commandanten | ||||
|
Macedonië was tijdens de heerschappij van Philippus eerst bezig met oorlog te voeren tegen plunderende Illyriërs en Thraciërs. De belangrijkste onder Philippus' Thracische vijanden was de heerser Kersebleptes, die mogelijk een alliantie had gesloten met Athene. In een serie veldtochten die duurden van 356 tot 340 v.Chr. kon Philippus uiteindelijk Kersebleptes onderwerpen als een vazal, waardoor hij veel van Thracië veroverde en nieuwe steden stichtte zoals Philippi en Philippopolis. Philippus vocht ook tegen de Illyrische koning Bardylis, die Macedonië zelf bedreigde, en tegen Grabos en Pleuratus.
Philippus hield uiteindelijk veldtochten tegen de stadstaat Athene en haar bondgenoten in het Egeïsche Zeegebied, maar ook tegen Thebe, nadat ze haar hegemonie over Griekenland had verloren. Bij de verdediging van de Amphictionie van Delphi in samenwerking met de Thessalische Bond, werd Macedonië de belangrijkste speler tijdens de Derde Heilige Oorlog (356-346 v.Chr.), waarbij hij de Phokiërs versloeg in de slag op het Krokusveld in 352 voor Christus. Terwijl hij klaar was om Athene onmiddellijk aan te vallen in 346 v.Chr. werd er een Atheense ambassade naar de koning gestuurd om een vredesverdrag te sluiten, bekend als de Vrede van Philocrates. Als resultaat werden Athene en Macedonië bondgenoten, maar Athene moest wel Amphipolis aan de Macedoniërs overlaten.
De Vrede van Philocrates kwam uiteindelijk tot een einde toen de vijandelijkheden tussen Athene en Macedonië hernomen werden. Demosthenes, een Atheense staatsman die verantwoordelijk was geweest voor het vredesverdrag, gaf een toespraak om de Atheners aan te moedigen om zich opnieuw tegen Philippus te verzetten. De Macedoniërs versloegen de Atheners, samen met de Thebanen echter bij Chaeronea beslissend, waardoor Macedonië de hegemonie over Griekenland verkreeg. In de nasleep hiervan werd de Korinthische Bond gesticht, waardoor de Grieken nu bondgenoten van de Macedoniërs waren geworden. Philippus stond aan het hoofd van de Korinthische Bond voor de geplande invasie in Perzië. Philippus werd echter vermoord voor hij op veldtocht kon gaan, een taak die in plaats daarvan naar zijn opvolger ging, Alexander de Grote.