Nomade
deel van een bevolkingsgroep zonder vaste woon- of verblijfplaats / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Zie ook Nomad (doorverwijspagina)
Nomaden (van het Oudgrieks νομάδες nomades: herdersvolken, degenen die kudden weiden onder meer Herodotus)[1] zijn mensen of bevolkingsgroepen die geen vaste woon- of verblijfplaats hebben en doorgaans mee met hun vee rondtrekken. Bij uitbreiding wordt de term nomadisch toegepast op verschillende soorten leefwijzen:
- jager-verzamelaars die tussen jachtgronden reizen
- pastorale nomaden in de eigenlijke betekenis van het woord, die met hun vee tussen weidegronden reizen. Dit zijn de nomaden in oorspronkelijke zin (νομή = (Grieks) weide, νομεύειν = weiden, laten grazen, hoeden)
- nomaden die tussen de verblijfplaatsen van hun klanten reizen, zoals sommige zigeuners, een latere ontwikkelingsvorm
Voorbeelden van hedendaagse nomaden zijn bedoeïenen, Roma, Sinti, Toeareg, woonwagenbewoners, Mongoolse veehouders, Moken (zeenomaden uit Myanmar) en (voor het grootste gedeelte) de Masai.