Tell Yassir is een archeologische vindplaats in Irak. Het was de lokatie van de oude stad Malkum (in de literatuur eerder bekend als Malgium). De tell is na de Amerikaanse invasie in 2003 zwaar geplunderd door illegale schatgravers en vondsten zijn daardoor op de zwarte markt verschenen, waarbij hun precieze afkomst verloren gegaan is. Onderzoek nadien bracht echter belangrijke vondsten aan het licht die inzicht geven in de overigens duistere periode aan het einde van de dynastie van Ur III en de vrij chaotische periode daarna. De oudste vondsten zijn echter veel ouder en dateren van de Ubaid en vroege Urukperiode van ca. 5000 - 3100 v.Chr. Daarna was de stad een belangrijk centrum van de staat Ur III. Deze staat viel uiteen en Malkum werd een tijdlang een onafhankelijk koninkrijk. In 1761 v.Chr. werd het ingelijfd door Hammurabi. Daarna werd het een vrij onbelangrijke provinciestad en raakte het ontvolkt tot zo'n duizend jaar later in de tijd van de Parthen. [1]
Malkum | ||||
---|---|---|---|---|
De kleinagel van Ipiq-Ištar van Malkum | ||||
Situering | ||||
Land | Irak | |||
Locatie | Provincie Wasir | |||
Coördinaten | 32° 34′ NB, 45° 6′ OL | |||
Informatie | ||||
Periode | Bronstijd | |||
Vondstjaar | 2015 | |||
|
Het onafhankelijke Malkum
Malkum maakte onder Ur III deel uit van de provincie Irisaĝrig, met Mata-ili zoon van Baba en Beli-ili als provinciale schrijvers. Vondsten van Tell Yassir maar ook uit de 2.077 tabletten bekend als CUSAS 40 die van deze provincie van Ur III stammen, hebben duidelijk gemaakt dat Malkum tot het einde van het vierde jaar van Ibbi-Sin (2023 v.Chr.), de laatste koning van Ur III, deel bleef uitmaken van dat koninkrijk. Daarna raakte de hele provincie die de steden Malkum, Babaz, Anzagar, Gizuna en Diniktum omvatte, langs de toenmalige loop van de Tigris, onafhankelijk met Malkum als hoofdstad. Tussen de jaren Ibbi-Sin 5 en 13 vestigde zich in Malkum een nieuwe dynastie met Nur-Eštar als eerste koning. Deze vorsten zetten in feite het bewind van Ur III voort en bleven bijvoorbeeld de maandnamen van Ur III gebruiken in plaats van de lokale namen van Malkum zelf. Ook Mati-ili en Beli-ili bleven documenten voortbrengen, maar de datering verwees nu naar de jaarnamen van de vorsten van Malkum.[2]
De volgende vorsten en hun jaarnamen zijn bekend:[2]
- Nur-eštar - 3 jaarnamen
- Šu-kakka - 7 jaarnamen
- Nabi-Enlil, zoon van Šu-Kakka - 1 voorlopige jaarnaam
- Šu-Amurrum, zoon van Nabli-Enlil - 2 jaarnamen, 2 onzeker
- Imgur-Sin - 2 jaarnamen
- Ištaran-asu - 2 jaarnamen
Verder zijn er nog zo'n 31 jaarnamen waarvan niet duidelijk is tot welke vorst zij behoren en er kunnen zeker nog meer jaarnamen en koningen aangetroffen worden. Immers het vierde jaar van Ibbi-Sin is zo'n 262 jaar eerder dan de verovering door Hammurabi in 1761. [1]
Er is inderdaad sprake van een:[2]
- [...], zoon van Šu-amurrum
- Ennum-Tišpak, zoon van Warassa
- Imgur-Sin, zoon van Ili-abi
- Muhaddum
- Takil-ilissu, zoon van [Ištaran-asu]