Jappenkampen in Nederlands-Indië
Japanse interneringskampen / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Jappenkamp is de Nederlandse benaming voor Japanse interneringskampen, dat wil zeggen plaatsen waar burgers of krijgsgevangen militairen gedurende de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1942-1945) gedwongen waren te blijven op last en onder toezicht van het Japanse gezag.
De Groot Oost-Aziatische Welvaartssfeer was een Japans imperialistisch idee met als doel het unificeren van de volkeren in Oost-Azië en ze te bevrijden van westers kolonialisme, onder leiding van het Japans Keizerrijk. Nederlanders werden door de Japanse bezetter, als staatsburgers van landen waarmee Japan direct in oorlog was, beschouwd als 'vijandelijke buitenlanders'. Tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië was er sprake van een systematisch harde en wrede behandeling van zowel burger- als krijgsgevangenen, soms met de dood tot gevolg. Hoewel er geen voedseltekorten waren in Nederlands-Indië, was er binnen de kampen een groot tekort aan voedsel, water, medicijnen en gezondheidszorg. Besmettelijke ziekten, mede veroorzaakt door slechte sanitaire voorzieningen, hadden vrij spel en kostten aan duizenden het leven.
Jappenkampen werden door ex-gevangenen beschreven als concentratiekampen, of zelfs passieve vernietigingskampen. Door het grootschalig en consequent onthouden van voedsel en medicijnen stierven de bewoners na verloop van tijd vanzelf.[1]
De Amerikaanse atoombomaanvallen op Hiroshima en Nagasaki, die de onvoorwaardelijke overgave van Japan tot gevolg hadden, maakten een einde aan de kampen.