Innovatiediffusie
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Innovatiediffusie vormt al lang een onderwerp van het geografisch onderzoek. Spreiding van een fenomeen, idee of techniek over een bepaalde populatie of regio omvat fundamentele geografische elementen als afstand, richting en ruimtelijke verscheidenheid en vormt aldus een gebied van gerechtvaardigde geografische belangstelling. Er zijn twee benaderingen.
De eerste benadering is ontwikkeld binnen de context van de culturele geografie. Carl Ortwin Sauer wordt algemeen beschouwd als de centrale figuur binnen deze richting, die gekenmerkt wordt door een kwalitatief-beschrijvende benadering met de nadruk op de landschappelijke ontwikkeling in de tijd. Dikwijls beziet men in dit type onderzoek een afzonderlijk fenomeen (een bepaald cultuurkenmerk). Men probeert de ruimtelijke spreiding, die na verloop van een lange tijd ontstaan is, te verklaren. Bovendien wordt het effect van de innovatie op de fysische of culturele omgeving geanalyseerd.
Naast de empirische inductieve benadering heeft zich een kwantitatief-mathematische benadering ontwikkeld. Deze benadering is bekend geworden door het werk van de Zweedse geograaf Torsten Hägerstrand en past heel goed in de traditie van de ruimtelijke analyse en behaviorale geografie. Hägerstrand gaat uit van de veronderstelling dat het accepteren van een vernieuwing geschiedt via informatieoverdracht in de persoonlijke sfeer (face-to-face contacten). Met andere woorden men accepteert een innovatie eerst dan wanneer men er via een gesprek kennis mee gemaakt heeft of wanneer men het verschijnsel met eigen ogen heeft gezien. Op grond van deze veronderstelling kan het innovatiediffusieproces worden beschreven in termen van de waarschijnlijkheid waarmee persoonlijke contacten gerealiseerd worden. Belangrijk daarbij is de onderlinge afstand tussen de potentiële informatie-ontvangers.