Hoogsaksisch
taal / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het Hoogsaksisch of Oppersaksisch is binnen de Hoogduitse taal een Oostmiddelduits dialect dat het meest verwant is aan het Thürings. Hoogsaksisch wordt door vele mensen in Saksen en het zuiden van Saksen-Anhalt gesproken, meer in het bijzonder in en nabij de plaatsen Oschatz, Großenhain, Radeberg, Sebnitz en langs de Tsjechische grens tot aan Freiberg en Rochlitz. In het Duits wordt een groep van dialecten Meißenisch genoemd, naar het Markgraafschap Meißen.
Het Hoogsaksisch is vermoedelijk een mesolect en is ontstaan in ongeveer dezelfde tijd dat het Middelhoogduits overging in het Nieuwhoogduits.