Heerlijkheid Pietersheim
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Pietersheim (of: Pietersem) was een heerlijkheid die bestaan heeft van de 11e eeuw tot 1794. Het was een leen van het graafschap Loon. Staatsrechtelijk was Pietersheim een rijksbaronie, dat wil zeggen een baronie die rijksvrijheid bezat.
De heerlijkheid werd genoemd naar het gehucht Pietersheim, met het kasteel Pietersheim waarvan de oudste archeologische vondsten (zie Waterburcht Pietersheim) teruggaan tot het laatste kwart van de 11e eeuw. De belangrijkste plaats in de heerlijkheid was echter het toenmalige dorp Lanaken, waarnaar de Ferrariskaarten de heerlijkheid seigneurie de Lonaken noemen. Andere woonplaatsen in de heerlijkheid waren de toenmalige gehuchten Bessemer, Pietersheim, Hocht, Smeermaas, Briegden en Caberg.
In 1449 kwam de heerlijkheid, door huwelijk van Richard II van Merode met Beatrix van Pietersheim, uiteindelijk in bezit van het Huis Merode, waardoor Johan IV van Merode de eerste heer van Pietersheim was. De hieruit voortvloeiende tak wordt wel de tak Van Merode-Pietersheim genoemd. De heerlijkheid Pietersheim bleef in bezit van het huis Merode, tot zij in 1794 werd opgeheven.