Dies irae
liturgische hymne / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Dies irae (Latijn voor "dag van toorn") zijn de eerste woorden van de sequentia uit de Latijnse mis voor overledenen (requiem) van de buitengewone vorm van de rooms-katholieke eredienst, waarmee ook meestal naar de gehele sequentia wordt verwezen. In de gewone vorm van de rooms-katholieke eredienst wordt het dies irae gezongen of gelezen als hymne in het Getijdengebed in de 34e week door het jaar. Ten gevolge van liturgische bepalingen van het Tweede Vaticaans Concilie is het dies irae echter formeel uit de rooms-katholieke dodenmis geschrapt.
Van de tekst wordt aangenomen dat deze uiterlijk in de 13e eeuw is ontstaan, maar mogelijk is deze veel ouder. Sommige bronnen schrijven de oorspronkelijke versie toe aan Paus Gregorius I (overleden in 604), Bernardus van Clairvaux (1090–1153) of Bonaventura (1221–1274). Soms wordt aangenomen dat de definitieve versie rond 1250 werd geschreven door Thomas van Celano. De tekst wordt beheerst door angst en huiver voor Gods laatste oordeel over de overledenen. Deze tekst wordt omwille van die sfeer niet vaak meer uitgevoerd in de eigentijdse uitvaartliturgie.