Antinoüs
politicus uit Oude Rome (111-130) / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Antinoüs (Gr. Ἀντίνοος) of Antinoös (circa 111 — 130) was een Griekse jongen van buitengewone schoonheid uit Claudiopolis in Bithynia, en vanaf circa 15-jarige leeftijd in het jaar 123 tot aan zijn dood in 130 de eromenos (jonge mannelijke minnaar) van de Romeinse keizer Hadrianus. Hij vergezelde hem op al zijn verre reizen en op een beroemd geworden leeuwenjacht. Bij een bezoek aan Egypte verdronk Antinoüs in de Nijl. Na zijn dood verklaarde de keizer hem tot godheid en liet een stad bouwen, Antinoöpolis, op de Nijloever. Hij liet overal in het rijk tempels bouwen met beelden van zijn geliefde. Veel van deze beelden zijn bewaard gebleven, zodat het gezicht van Antinoüs een van de best bekende gezichten uit de oudheid is.
Antinoüs/Antinoös Ἀντίνοος | ||||
---|---|---|---|---|
ca. 111 – 130 | ||||
Buste van Antinoüs in de Hermitage | ||||
Eromenos van Hadrianus | ||||
Periode | ca. 123–130 (Adoptiefkeizers) | |||
Geboren | Claudiopolis, Bithynia | |||
Overleden | 24 oktober 130 de Nijl, Romeins Egypte | |||
Partner | Hadrianus (minnaar) | |||
|
Ook liet de keizer bij zijn paleis Villa Adriana in Tibur (Tivoli) een tempel aan Antinoüs wijden, het zogenaamde Antinoeion dat in 2006 ontdekt werd. De aan Antinoüs gewijde obelisk die in deze tempel stond is later verplaatst naar Rome, waar hij thans in het park op de heuvel Pincio staat.
Latere schrijvers, van christelijke Romeinen tot Gibbon toe, vonden het nodig Hadrianus te verguisen voor zijn pederastische relatie met Antinoüs. Maar dan vooral natuurlijk vanuit hun geloof, dat heidense gebruiken immers veroordeelde. De vergoddelijkte jongeling (eromenos) is de laatste eeuwen ook een icoon voor homoseksuelen geworden. Paul Claes schreef de roman Psyche (2006) over Antinoüs. Marguerite Yourcenar schreef de historische roman "Mémoires d'Hadrien" in 1951, waarin de relatie tussen keizer Hadrianus en Antinoüs uitgebreid aan bod komt.