130: Antinous, geliefde van keizer Hadrianus, valt in de Nijl en verdrinkt. Hadrianus verklaart hem tot godheid en laat een stad bouwen (Antinoopolis) op de Nijl-oever, vol met beeltenissen van de jongeman.
130: Keizer Hadrianus bezoekt Jeruzalem en vat het idee op de stad te herbouwen.
134: Sextus Julius Severus, gouverneur van Britannia, wordt naar Palestina gestuurd om de opstand aldaar de kop in te drukken.
134: In Rome wordt het Athenaeum geopend met faculteiten in Retorica, Rechten en Filosofie
134: In Rome wordt een wet afgekondigd die de positie van de vrije arbeider verbetert.
135: Julius Severus slaat de joodse opstand neer. Jeruzalem krijgt de naam Aelia Capitolina. Op de Tempelberg wordt een Romeinse tempel gebouwd ter verering van Jupiter. De Joden worden de toegang tot de stad ontzegd, op straffe des doods. De Romeinse provincie Judea wordt afgeschaft en wordt ingelijfd bij de provinciaSyria. Vanaf nu heet de regio Syria-Palaestina.
135: De Romeinse gouverneur van Cappadocia weert een inval van de Alanen af. Dit herdersvolk woont in de steppe van Zuid-Rusland.
138: Vlak voor zijn dood beweegt keizer Hadrianus zijn opvolger Antoninus Pius om zowel Marcus Aurelius als Lucius Verus te adopteren. Zodoende lijkt de opvolging nu goed geregeld.
134: De grip van China op het Tarim-bekken verzwakt.
139: In Alexandrië wordt een herdenkingsmunt geslagen. Voor het eerst in 1456 jaar -een Sothis periode- valt in Egypte het Sothis feest weer op nieuwjaarsdag van de burgerlijke kalender.