From uitzuigen (“to suck out, to exploit”) +‎ -er. IPA(key): /ˈœy̯tˌsœy̯.ɣər/ Hyphenation: uit‧zui‧ger uitzuiger m (plural uitzuigers, diminutive uitzuigertje n)

zuigen

leegzuigen meezuigen ontzuigen opzuigen stofzuigen stofzuiger toezuigen uitzuigen vastzuigen volzuigen voortzuigen wegzuigen zuigeling Afrikaans: suig Negerhollands:

leech

Dutch: aderlaten (nl), uitzuigen (nl) Finnish: kupata (fi) German: (download) saugen (de), (download, colloquial) leechen Hungarian: kiszipolyoz (hu)

voos

witachtig is, in de volwassenen geelachtig en zo sappig, dat men het uitzuigen of uitperssen kan, doch vol fyne Draaden. (please add an English translation

Found in dictionary

uitzuiger

From uitzuigen (“to suck out, to exploit”) +‎ -er. IPA(key): /ˈœy̯tˌsœy̯.ɣər/ Hyphenation: uit‧zui‧ger uitzuiger m (plural uitzuigers, diminutive uitzuigertje n)

zuigen

leegzuigen meezuigen ontzuigen opzuigen stofzuigen stofzuiger toezuigen uitzuigen vastzuigen volzuigen voortzuigen wegzuigen zuigeling Afrikaans: suig Negerhollands:

leech

Dutch: aderlaten (nl), uitzuigen (nl) Finnish: kupata (fi) German: (download) saugen (de), (download, colloquial) leechen Hungarian: kiszipolyoz (hu)

voos

witachtig is, in de volwassenen geelachtig en zo sappig, dat men het uitzuigen of uitperssen kan, doch vol fyne Draaden. (please add an English translation