neerbuigendneerbuigen. neerbuigend (comparative neerbuigender, superlative neerbuigendst) condescending aanmatigend neerbuigend present participle of neerbuigen
aanmatigingHyphenation: aan‧ma‧ti‧ging aanmatiging f (plural aanmatigingen, diminutive aanmatiginkje n) arrogance, entitled presumption aanmatigend Afrikaans: aanmatiging
presumptuousyou can Czech: domýšlivý (cs) m, troufalý (cs) m, drzý (cs) m Dutch: aanmatigend (nl) Esperanto: bravaĉa Estonian: jultunud, häbematu Finnish: julkea (fi)
condescending傲慢的 Czech: blahosklonný m Danish: nedladende Dutch: neerbuigend (nl), aanmatigend (nl), betuttelend (nl) Finnish: ylimielinen (fi) (tone of superiority)
supercilioushooghartig (nl), denigrerend (nl), hautain (nl), verwaand (nl), hoogmoedig (nl), aanmatigend (nl), hoogneuzig, arrogant (nl) Finnish: ylenkatseellinen French: hautain (fr)